Je kunt met kinderen allerlei soorten boeken maken en die ook allemaal op een eigen manier vormgeven. Experimenteer ermee en bepaal samen wat jullie het leukste vinden. Maak bijvoorbeeld:
- Feestboeken in de vorm van een plattegrond.
- Geheimzinnige geheimboeken in de vorm van rollen papier die je opbergt in een fles of in een grote vaas.
- Verrelandenboeken die je kunt openvouwen als een harmonica.
- Verzamelboeken met een ringband, waarin kinderen hun verzameling beschrijven.
- Hoeboeken, waarin kinderen van alles vertellen over een onderwerp waar zij veel van weten.
De boeken kun je ook uitstallen in een eigen boekenkraam of boekenwinkel. In dit artikel zijn de Feestboeken en de Hoeboeken uitgewerkt.
Eerst vertellen dan schrijven
Welk boek de kinderen ook willen maken, je kunt er beter eerst over praten. Het is voor kinderen veel makkelijker om te schrijven als ze hun gedachten ook al eens mondeling hebben geuit. Je kunt kinderen in een kleine kring of in tweetallen aan elkaar laten vertellen waarover ze zullen schrijven. Uiteraard moet je de kinderen een beetje helpen om een onderwerp te verzinnen. Bij de Feestboeken zou je kunnen vragen: 'Denk eens aan een feest dat je ooit hebt gevierd. Zeg het niet hardop, maar denk er even aan, zodat je het voor je ziet. Welke kleur zie je het meest? Wat zou je het liefste aanraken? Op welk moment vind jij het feest het mooist? Vertel dat nu aan de andere kinderen.'
Probeer altijd de aandacht te vestigen op kleine en concrete gebeurtenissen of voorwerpen. Dit is voor de kinderen het meest praktisch. Die beschrijving ervan kan mooie verhalen opleveren.
Feestboeken
Mogelijke thema's voor Feestboeken zijn: Ons verjaardagsboek, Het seizoenenboek of Het Thuisfeestboek. Maak bijvoorbeeld een Feestboek over feesten thuis. Het Feestboek is een groepsboek en wordt gemaakt door kinderen die hetzelfde culturele feest kennen. Kinderen die dit feest niet kennen, maken er zo kennis mee. In een vertelronde bespreek je het thema thuisfeesten. Denk aan: het kerstfeest, het Suikerfeest, het sinterklaasfeest, een verjaardagsfeest, trouwfeest of geboortefeest, enzovoort.
Werkwijze
Het Feestboek ziet eruit als een grote plattegrond. Het is een zogenaamd vouwboek; de bladzijden zitten dus aan elkaar.
Je vouwt één groot, stevig stuk papier in negen delen. De negen delen hebben het formaat van de tekst waarop het feest beschreven wordt. Nu weet je dus precies hoeveel ruimte er is voor iedere tekst. De kinderen schrijven eerst acht tekstjes over het feest in het klad. Ze verdelen daarvoor het onderwerp in acht onderdelen. Suggesties: wie of wat wordt er gevierd, belangrijke personen en andere deelnemers, kleding, eten en drinken, muziek/ liedjes, versiering, tijd (datum, tijdstip en duur). Als ze alle teksten besproken hebben, schrijven ze die over op de plattegrond. Dit gebeurt met vrolijke, feestelijke letters, die passen bij het feest. In het middelste vak komt de titel te staan, in mooie letters en met versieringen die erbij horen. In de overgebleven acht vakken staat het feest beschreven. Zo werken de kinderen als een uitgeverij is het klein.
Als het Feestboek opengevouwen wordt, straalt het door alle mooie kleuren en versieringen al de sfeer van het feest uit. Door er bijpassende kruiden of geuren op te sprenkelen, kan het boek zelfs ruiken als het feest! Als je de plattegrond opvouwt, kun je de voorkant en achterkant nog beschrijven en versieren. Ten slotte kan het boek met een bijpassend stuk stof of cadeaupapier worden bedekt.
