Drukke jongens? Geef ze de ruimte!

Herken je dit? Je werkdag is nog maar net begonnen en je hebt al een paar waarschuwingen uitgedeeld. De groep is druk vandaag. Vooral een aantal jongens blijft maar rennen, vliegen en stoeien met elkaar. Je wilt dat de rust gehandhaafd blijft en dat elk kind in de groep zich veilig voelt. Waarom kan dat toch zo lastig zijn? En wat doe je eraan?
Drukke jongens? Geef ze de ruimte!


Stoeien, klimmen, rennen, uitdagen – het is vaak typisch jongensgedrag. In de kinderopvang ervaren we dat gedrag soms als lastig, aldus kinder- en jeugdcoach Marieke Martens. ‘Zeker voor een vrouw – en in de opvang werken veelal vrouwen – kan het moeilijker zijn om zich in te leven in stoer of druk gedrag. De neiging bestaat om jongensachtig gedrag te corrigeren en af te keuren. Vaak krijgen drukke jongens op de groep te horen: niet rennen, niet klimmen, wees rustig, kijk uit, zit stil! Begrijpelijk, want medewerkers voelen zich verantwoordelijk voor de veiligheid van alle kinderen. Twee stoeiende peuters kunnen een jonger kind pijn doen, uit een boom kun je vallen, veel lawaai maken stoort de groep. We leggen vaak een rem op dit gedrag en dus horen we onszelf op een dag nogal eens “Nee, niet doen” zeggen. Niet leuk voor de kinderen en niet leuk voor jezelf. Maar als je weet waaróm jongens drukker gedrag vertonen, kun je er anders mee omgaan.’

Wat veroorzaakt dat gedrag dan?
Marieke: ‘Dat is biologisch zo bepaald. Jongens zitten in de basis anders in elkaar dan meisjes – ze hebben andere hormonen en een andere hersenontwikkeling – en hebben daardoor andere behoeften. Jongens hebben van nature meer testosteron. Testosteron zet aan tot actie en bewegen en tot onderzoeken en vechten. Jongens stoeien en rennen graag en hebben een natuurlijke behoefte om hun grenzen te verkennen, te experimenteren en hun energie kwijt te raken. Jongens zijn vaker ondernemend, nieuwsgierig en onderzoekend. Ook durven ze meestal meer. De meeste jongens zijn fysiek ingesteld en door hun grote beweeglijkheid is vooral hun grove motoriek goed ontwikkeld. Verder is de rechterhersenhelft bij jongens doorgaans sterker ontwikkeld dan bij meisjes. Daardoor zijn ze vaak beter in abstract, creatief en ruimtelijk denken dan meisjes en kunnen ze helemaal in een activiteit opgaan. De linkerhersenhelft, het taalgebied, is bij jongens over het algemeen minder ontwikkeld dan bij meisjes. Praten, luisteren en lezen liggen hun minder. Ze leren vooral door iets te doen (trial and error) en door competitie.’
 

Lees verder in KIDDO 1 (2017) vanaf pagina 23. Nog geen abonnee? Klik hier.

Training Ruimte voor jongens
Marieke Martens geeft de training Ruimte voor jongens incompany en op de Kinderopvangschool van Logavak, zowel in Utrecht (maart 2017) als Amsterdam (september 2017). Meer weten en/of aanmelden? Kijk op www.kinderopvangschool.nl/aanbod/15/144/832/ruimte-voor-jongens.
 

Leestip
Meer lezen over de verschillen tussen het jongens- en meisjesbrein en hoe je daar als professional in de kinderopvang rekening mee kunt houden?
Betsy van de Grift - Jongensbrein/Meisjesbrein, over genderverschillen en -strategieën voor onderwijs en kinderopvang, Uitgeverij SWP, ISBN 978 90 8850 676 5


 





Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]