Een pittig gesprek

Zet twee experts uit de Vlaamse en Nederlandse kinderopvang samen en je krijgt gegarandeerd een pittig gesprek. Professor Michel Vandenbroeck en doctor Mirjam Gevers Deynoot-Schaub zijn het niet altijd met elkaar eens, maar hun hart klopt wel voor hetzelfde: een kwaliteitsvolle opvang, voor elk kind.

Een pittig gesprek

Michel Vandenbroeck en Mirjam Gevers Deynoot-Schaub kenden elkaar voor dit interview niet. Hij bekijkt de ontwikkelingen in de kinderopvang door een Vlaamse bril, zij doet het door een Nederlandse. Ze deinzen er niet voor terug om elkaar tegen te spreken, maar aan het eind van het interview bedanken ze elkaar hartelijk. ‘We hebben nu elkaars e-mailadres, we moeten eens afspreken om verder te discussiëren, hè.’ ‘Inderdaad, want dit was heel boeiend.’ Maar laat ons beginnen bij het begin.


Dit feestnummer is het ideale moment om terug te blikken. Zag de kinderopvang van vijftien jaar geleden er wezenlijk anders uit dan vandaag?

Michel Vandenbroeck: ‘Vijftien jaar geleden was het niet ongewoon dat je als ouder je kind in de opvang moest afgeven aan een begeleider, die daarop meteen de temperatuur van het kind nam en het daarna in bad deed. Daarna moesten alle kinderen op hetzelfde moment eten en slapen. Elk kind hetzelfde ritme werd toen al niet meer verkondigd als norm, maar in de praktijk gebeurde het wel vaak op die manier. Dat is nu ondenkbaar.’

Mirjam Gevers: ‘Ik durf toch niet te zeggen dat dit in Nederland niet meer het geval is, maar natuurlijk niet meer zo extreem. Sommige kinderdagverblijven hanteren nog altijd een heel strak ritme, waar de aandacht voor het individu van het kind ondergeschikt is aan de routine. Veel begeleiders hebben graag dat ritme en die zekerheid. Ze gaan van taak tot taak en het kost heel veel moeite om daarvan af te stappen.’

Vandenbroeck: ‘Oké, misschien was ik wat te optimistisch. Er zijn waarschijnlijk nog plekken in Vlaanderen waar het gebeurt, maar het zal absoluut niet meer worden verdedigd.’

Gevers: ‘Nee, dat klopt. Wat zeker veranderd is, is de manier waarop we over kinderopvang denken. Vijftien jaar geleden zagen we het nog als een oplossing voor ouders die uit werken moesten gaan, als een noodzakelijk kwaad bijna. Nu is iedereen ervan overtuigd dat kinderopvang positief bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen, op voorwaarde dat de kwaliteit van de opvang goed is. We zetten meer in op het pedagogische aspect. Een andere evolutie in Nederland was de enorme stijging van het aantal kinderen dat gebruik maakt van de kinderopvang. Maar nu is al zeker drie jaar sprake van een daling van het aantal kinderen.’

Vandenbroeck: ‘Ook in Vlaanderen is sterk ingezet op de uitbreiding. Helaas heeft de overheid naïef gedacht dat dit op een goedkope manier kon gebeuren. In Nederland heeft de overheid de opvang aan de markt uitbesteed, in Vlaanderen kwam er een explosieve stijging aan kleine private kinderdagverblijven. Maar goedkope kinderopvang bestaat niet. Er is altijd iemand die de rekening betaalt: ouders, kinderen of begeleiders. En helaas zijn het in dit geval alle drie de partijen geweest. Nederland is vooruitstrevend omdat het de kwaliteit in de kinderopvang meet. Wel, die kwaliteit is er in de afgelopen vijftien jaar op achteruitgegaan.’

Gevers: ‘Mag ik daar toch een correctie op aanbrengen? In 1995, toen de metingen begonnen zijn, staken we met kop en schouders boven de rest van Europa uit. Het klopt dat we sindsdien stelselmatig achteruit zijn gegaan, maar in 2012 is er een kentering gekomen. Sindsdien zitten we weer min of meer op het niveau van 2001.’

 

Hoe komt het dat die kwaliteit verminderde? En hoe kwam de ommekeer tot stand?

Gevers: ‘Waarom de kwaliteit verminderde hebben we niet onderzocht, maar we hebben natuurlijk een vermoeden. De toename van het aantal kinderdagverblijven en kinderen ging niet gepaard met een toename van de kwaliteit. Bovendien heeft Nederland door de crisis een dramatische tijd achter de rug, waar de overheid heel scherp het mes gezet heeft in de subsidies. Er waren heel veel sluitingen, wat ook een enorme kapitaalvernietiging heeft veroorzaakt. Die kwaliteit weer opbouwen zal tijd vergen. Gelukkig heeft de overheid nu geld uitgetrokken om de kwaliteit weer te verbeteren. Er komen subsidies voor trainingen waarvan aangetoond is dat ze wetenschappelijk onderbouwd zijn.’

Vandenbroeck: ‘We kunnen de parallel met Vlaanderen trekken. Hier is ook een à twee jaar geleden een kentering tot stand gekomen. Vlaanderen trekt nu ook miljoenen euro’s uit om het pedagogische aspect van de kinderopvang te verbeteren. Bovendien is in Vlaanderen in november een project gestart om een pedagogisch instrument uit te werken dat de kwaliteit in de kinderopvang meet. Binnen drie jaar moet het klaar zijn, waardoor er een minimumnorm zal gelden waar geen enkele opvang onder mag gaan.’


Meer lezen? Kijk in KIDDO 3 2014 op pagina 13 en verder!





Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]