Zie ginds komt de stoomboot! De Sint is in aantocht en we zullen het geweten hebben. De speelgoedfolders vallen weer bij bosjes op de deurmat en hier in huis loopt zo'n mannetje rond dat daar heel blij mee is. Mijn zoon van drie doet niets liever dan door de catalogussen bladeren en watertanden bij elk item dat voor zijn verlanglijstje in aanmerking komt. En ik moet het hem nageven, hij is erg breeddenkend in z'n keuze: een piratenboot, een poppenwagen, een knalroze <my little pony>, een purperen hula hoop, een bouwvakkershelm... Hij duidt ze allemaal met evenveel gretigheid aan. Of wacht, breeddenkend is het verkeerde woord. Laat ik het op onbevangen houden. Want iedereen weet dat speelgoedfabrikanten jongetjes van drie proberen te verleiden met allerhande speeltjes in blauw en stoere legerkleuren, terwijl het roze van de pagina's met meisjesspullen drupt.
Nog nooit was kinderspeelgoed zo stereotiep als vandaag. Ik dacht dat we de jaren '50 toch al lang achter ons hadden gelaten, maar een uitstapje naar de eerste de beste speelgoedwinkel flitst je naar een andere tijd. Een tijd waar mannen blijkbaar geen vinger uitsteken in het huishouden en waar vrouwen geen kaas gegeten hebben van alles waar ook maar enig technisch vernuft bij komt kijken. Kijk in de jongensrayon: auto's, ballen, bouwkits, technics... De meisjesafdeling wordt bevolkt door prinsessen in poppenhuisjes. Verder vind je er vooral make-up, mini-huishoudapparaten en keukenspullen. Alles uiteraard in wollig roze, fuchsia of paarse pastelkleuren.