'Een beeld zegt meer dan duizend woorden'

De kwaliteit van kinderopvang wordt voor een zeer belangrijk deel bepaald door de leid(st)ers. Video Interactiebegeleiding (VIB) is één van de instrumenten waarmee groepsleid(st)ers zich bewust kunnen worden van hun eigen handelen én hun interactie en communicatie met kinderen kunnen verbeteren.
Hoogleraar kinderopvang Louis Tavecchio stelt dat de kwaliteit van de opvang staat of valt met de interactievaardigheden van de groepsleiding. 'Door haar interacties met de kinderen zelf en door haar invloed op de interacties van die kinderen met leeftijdgenoten en met de materiële omgeving bepaalt de leidster in hoge mate de kwaliteit van de ervaringen die kinderen in de kinderopvang opdoen.' De leid(st)er als spil dus. De leid(st)er is de spil van een groep kinderen en moet over een aantal vaardigheden - vergelijkbaar met de poten van een duizendpoot - beschikken om kinderen zich zo goed mogelijk te laten ontwikkelen. 'Zo goed mogelijk' betekent volgens de vier pedagogische basisdoelen die Marianne Riksen-Walraven geformuleerd heeft.

De vier pedagogische basisdoelen zijn:
1. het bieden van een gevoel van veiligheid;
2. het bevorderen van persoonlijke competentie (zelfvertrouwen, zelfstandigheid, motorische, creatieve, cognitieve en taalontwikkeling);
3. het bevorderen van sociale competentie (omgaan met en het aangaan van relaties met andere kinderen);
4. het aanbieden van regels, normen en waarden.

Interactievaardigheden
Welke vaardigheden zijn dat nu precies? Over welke vaardigheden in de omgang met kinderen moet een leid(st)er beschikken om de kinderen veiligheid te bieden, hun persoonlijke en sociale competentie te bevorderen en ervoor te zorgen dat de kinderen zich een aantal basale regels, waarden en normen eigen maken? Uit onderzoek blijkt dat een goede groepsleid(st)er zes zogenaamde 'kwaliteiten van gedrag' zou moeten laten zien als zij/hij met kinderen werkt. Eén van deze gedragskwaliteiten is sensitieve responsiviteit of emotionele steun. Het gaat hierbij om de manier waarop de leid(st)er omgaat met signalen en initiatieven van een kind, signalen die aangeven dat het kind zich niet goed voelt of behoefte heeft aan contact. Als een leid(st)er sensitief responsief is dan staat zij/hij open voor de signalen die een kind geeft, weet zij/hij hoe deze signalen moeten worden geïnterpreteerd en kan zij/hij er tijdig en adequaat op reageren. Hierdoor zal het kind zich begrepen, geaccepteerd en veilig voelen. Sensitieve responsiviteit is dus een belangrijke gedragskwaliteit in de kinderopvang.

Gedragskwaliteiten:
- sensitieve responsiviteit of emotionele steun;
- respect voor autonomie (het kind de kans geven om dingen zo veel mogelijk zelf te doen, te proberen, op te lossen);
- structureren en grenzen stellen;
- praten en uitleggen;
- ontwikkelingsstimulering (extra stimuleren van ontwikkeling op alle gebieden door extra dingen aan te bieden of op nieuwe mogelijkheden te wijzen);
- begeleiden van interacties tussen kinderen.

Video Interactiebegeleiding
Helaas moest Tavecchio constateren dat één op tweeëndertig leid(st)ers in Nederland te weinig sensitief met kinderen omgaat. SKON (Stichting Kinderopvang Nederland) heeft zich deze bevinding aangetrokken en is gaan bedenken hoe de deskundigheid van de eigen leid(st)ers op dat gebied kon worden bevorderd. Er is gekozen voor het inzetten van Video Interactiebegeleiding. Dit is een methode waarbij gebruik gemaakt wordt van video-opnames van de leid(st)er in de groep. De opnames worden heel nauwkeurig geanalyseerd en besproken. Een aantal leidinggevenden zijn opgeleid tot video-interactiebegeleider (VIB'er) en vervolgens is SKON begonnen met het filmen van haar leid(st)ers.

VIB in de praktijk
Een VIB'er filmt een leid(st)er gedurende vijf tot tien minuten, niet langer. Vervolgens gaat de VIB'er samen met de leid(st)er de film bekijken in een halfuur durende reflectiebijeenkomst. Zij of hij zet zeer regelmatig de video stil of herhaalt fragmenten, en kijkt nauwkeurig en uitgebreid naar elk contactmoment van het kind en de leid(st)er. De leid(st)er verwoordt wat er in beeld te zien is, de VIB'er voegt toe : 'het kind nodigt uit', 'jij geeft nu ruimte', 'je spiegelt het gedrag van het kind', 'het kind zoekt toenadering', 'je ontvangt het initiatief van het kind en geeft als het ware een ontvangstbevestiging' enzovoorts. Dit is microanalyse. Het gaat echt om details zoals: oogcontact maken, je hoofd naar het kind toedraaien, lichaamshouding, intonatie, gezichtsuitdrukking, een arm om een kind heen slaan, afstand nemen, een vraag stellen, een opmerking van een kind herhalen, een gebaar nadoen, het voorbeeld geven. Beeld voor beeld wordt geanalyseerd, zowel van het kind als de leid(st)er. Het is opvallend hoeveel informatie er uit een stukje film van tien minuten te halen valt.

Het positieve benadrukken
Ardi van Wiechen, opleider VIB,: 'Veel leid(st)ers zijn in het begin een beetje huiverig voor VIB. Zij vinden het eng om gefilmd te worden. Ze denken dat het een soort verkapt beoordelingsinstrument is. Integendeel! Juist de momenten waarop de leid(st)ers goed reageren worden eruitgelicht en besproken. Zo leren ze succesvolle momenten herkennen en verder uitbouwen. Het gaat om de bewustwording van de eigen kracht. Als je weet waar je kracht ligt, kun je deze verder gaan ontwikkelen.'
Van Wiechen weet uit ervaring dat er altijd, bij elke leid(st)er, positieve momenten te ontdekken zijn. Die vormen het uitgangspunt. 'Beelden zijn heel confronterend, ze zeggen vaak meer dan duizend woorden. In combinatie met de toelichting en de aanwijzingen van de VIB'er, en niet te vergeten de oprechte complimenten, wordt een leid(st)er zich in relatief korte tijd bewust van haar eigen handelen en van de signalen die een kind geeft. Daarom werkt het ook zo goed. Het is een indringend middel dat heel geschikt is om communicatie en interactie te professionaliseren.'

Effecten van Video Interactiebegeleiding
Doordat de leid(st)er beter leert kijken, ziet en herkent ze of hij sneller initiatieven, signalen van kinderen en kan ze of hij daar beter op in spelen. Dit komt ten goede aan de ontwikkeling van de kinderen. De leid(st)er leert ook om haar/zijn eigen handelen te verwoorden, om uit te leggen aan de kinderen wat zij/hij doet. Daarmee straalt hij/zij respect uit en dat zorgt voor een veilig gevoel. Eén van de uitgangspunten van de methode is dat de taak altijd ondergeschikt is aan het interactiemoment. Het is de kunst om een taakgericht moment, bijvoorbeeld het klaarzetten van de lunch, om te buigen tot een ontwikkelingsmoment. Door de kinderen te laten helpen met tafel dekken of zelf hun brood te laten smeren, ontstaat een betere verhouding tussen het uitvoeren van taken en het contactgericht met kinderen bezig zijn. En dat leidt vanzelf tot minder werkdruk. Niet alleen de kinderen en de leid(st)ers hebben baat bij VIB, ook de ouders zullen ervaren dat de kinderen zich meer 'gezien' en uitgedaagd voelen en zich daardoor met meer plezier naar de opvang gaan.




Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]