Interactievaardigheden voor gastouders: ontwikkelingsstimulering

Ieder mens ontwikkelt zich stap voor stap. Ieder kind werkt aan zijn ontwikkeling op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. Het is dus belangrijk dat hij voldoende en op een bij de leeftijd passende manier wordt ondersteund, gestimuleerd en uitgedaagd. Een gastouder biedt ieder kind ontwikkelingsgerichte activiteiten aan maar waar let je nou op in de praktijk? In een serie van zes artikelen laat pedagoog Joyce Blauwhoff zien hoe gastouders interactievaardigheden toepassen in hun werk. In dit artikel de vijfde interactievaardigheid: ontwikkelingsstimulering.
Interactievaardigheden voor gastouders: ontwikkelingsstimulering

Het is herfst. De kinderen en gastouder Marianne wandelen in het bos. Alle blaadjes zijn van de bomen gevallen en de kinderen rennen erdoorheen. Ze komen terug met takjes en dennenappels. ‘Zie je wat ik allemaal gevonden heb?’ zegt Tim (5). Hij geeft zijn buit aan Marianne. ‘Ik wil hier bij jou thuis wel mee knutselen, mag dat?’ vraag Tim opgetogen. ‘Natuurlijk mag dat, dan doe je net of jouw takjes penselen zijn en dan kun je ermee verven. Zou jij tien mooie blaadjes kunnen verzamelen, dan kun je daar misschien ook mee knutselen?’ vraagt Marianne. ‘Ja, gaaf, tien blaadjes ga ik zoeken!’ Tim rent snel weer het bos in.

Wat is ontwikkelingsstimulering?
Spelen is belangrijk. Door te spelen ontdekken kinderen de wereld, al spelenderwijs ontwikkelen ze zich. Ze leren wat ze zelf kunnen en ze leren anderen, maar ook zichzelf erdoor kennen. Spelen doen kinderen door uit te proberen en door volwassenen of andere kinderen na te doen. Ze leren door herhalen. Als gastouder begeleid je dit spel en creëer je situaties waarin een kind kan spelen en ontdekken. De interactievaardigheid ontwikkelingsstimulering gaat dus ook om het scheppen van de juiste voorwaarden. In bovenstaand voorbeeld geeft Marianne extra ‘stimulering’ aan Tim door hem tien blaadjes te laten zoeken waarmee ze zijn rekenvaardigheden stimuleert. Kinderen leren iedere dag enorm veel en als je dit op een goede wijze ondersteunt, dan profiteren ze hier de rest van hun leven van.

Stimulering afstemmen op het kind
Als gastouder kijk je naar een kind en observeer je waar een kind mee bezig is. Je geeft stimulering door de aandacht van een kind op bepaalde dingen te richten, door nieuw spelmateriaal of nieuwe activiteiten te bedenken die aansluiten bij zijn interesse. Je geeft een kind ideeën om zijn handelingen of kennis uit te breiden door hem op nieuwe mogelijkheden van bekend spelmateriaal te wijzen. Daarbij kun je bewust taal inzetten:
- benoem wat het kind ziet, meemaakt, doet of voelt
- stel er vragen over en laat hem in zijn eigen woorden zijn ervaring benoemen
- voeg er iets aan toe, bijvoorbeeld een nieuw begrip, of maak er een rijmpje, liedje, telspelletje of grapje bij.

Afstemmen op het niveau van een kind is belangrijk, omdat een kind de gelegenheid moet krijgen om (meestal) een succeservaring op te doen. Een te moeilijke puzzel maken bijvoorbeeld, kan voor frustratie zorgen. Als een kind opgaat in een spel, dan hoef je het kind niet te storen. Het heeft dan genoeg stimulans. Zodra je merkt dat de aandacht van het kind verzwakt, kun je een nieuw idee inbrengen om de interesse te prikkelen. Kinderen die niet lekker in hun vel zitten, spelen meestal ook niet lekker, wat invloed kan hebben op hun ontwikkeling. Het is dan belangrijk om te kijken hoe je hun emotionele veiligheid en welbevinden weer kunt vergroten, zodat een kind aan spelen toe komt. Misschien wil het getroost worden, is het ziek of heeft het jouw onverdeelde aandacht nodig om weer verder te kunnen in zijn spel.

Leerkansen creëren tijdens dagelijkse momenten

Activiteiten hoeven niet veel voorbereiding te vragen. Als je vertrekt vanuit de interesses en de ervaringen van het kind vergroot je de betrokkenheid van kinderen. Een gastouder die het spel steeds een (kleine) nieuwe impuls weet te geven, zorgt ervoor dat kinderen het naar hun zin hebben en verder komen. Alledaagse momenten zijn een uitstekend aanknopingspunt om de ontwikkeling te stimuleren. Denk hierbij aan het eetmoment, het aankleden/uitkleden, de boodschappen of de afwas. Laat bijvoorbeeld een kind tijdens het verschoonmoment de lichaamsdelen aanwijzen. Of laat kinderen meehelpen of meezoeken, stel vragen en speel spelletjes tijdens deze gelegenheden. Zo maak je van deze momenten een leerrijke ervaring!

Inrichting en materialen
Ook de omgeving heeft invloed op de ontwikkeling. Het gaat erom dat de omgeving in ieder geval aantrekkelijk en uitdagend is voor kinderen. Tegelijkertijd moeten kinderen zich vertrouwd en geborgen voelen. Denk goed na over de inrichting van je opvangruimte. De ruimte hoort herkenbaar te zijn voor kinderen. Dit geeft overzicht en rust. Er zijn hoeken gecreëerd waar kinderen zich even kunnen terugtrekken. De kinderen hebben een eigen plek waar ze hun persoonlijke spulletjes in kunnen opbergen. Het materiaal is goed te vinden voor het kind omdat het op ooghoogte staat en binnen handbereik is. Binnen deze omgeving is het belangrijk dat kinderen voldoende vrijheid hebben om (zelf) te kiezen uit materialen, hoeken en activiteiten. Het aanbod van speelgoed dient gevarieerd te zijn, omdat kinderen verschillende niveaus en interesses hebben. Bied allerlei materialen aan om zowel de motorische, sociaal-emotionele cognitieve als de creatieve ontwikkeling te stimuleren. Geef spannend en nieuw materiaal om de nieuwsgierigheid van de kinderen te prikkelen. Maak bij voorkeur gebruik van echte, zelfbedachte en kosteloze materialen. Kinderen willen dan experimenteren, op ontdekking uitgaan en ondernemen!

Lees verder in KIDDO 6 (2016) vanaf pagina 35. Nog geen abonnee? Klik hier.




Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]