Ouders laten meedenken of laten adviseren gaat niet vanzelf. Om ze werkelijk gebruik te laten maken van het adviesrecht, moet je wat voorwerk doen. Je moet ze informatie geven, structuur bieden, grenzen aangeven, ruimte geven aan diversiteit, ze aanmoedigen en uitnodigen, en bovendien creatief zijn.
Hoe ziet dat er in de praktijk uit?
Aan het Nederlandse project 'Ouders en Diversiteit' van Bureau MUTANT (1) deden onder meer Kinderopvang DAK (2) en Partou Kinderopvang (3) mee. Deze kindercentra experimenteerden met 'samen denken en adviseren', volgens het model 'Samen leven, samen doen, samen denken en samen adviseren'. Daaruit rolden verschillende voorbeelden van hoe je kunt omgaan met adviezen van ouders op het gebied van pedagogisch beleid.
Informatie geven
De Wet Kinderopvang koppelt het adviesrecht van ouders direct aan informatierecht: om ouders de gelegenheid te geven te adviseren, moet je ze tijdig van voldoende informatie voorzien. Als jouw instelling bijvoorbeeld van plan is om met verticale groepen te gaan werken of een open deurenbeleid in te voeren, dan moet je ouders daarover voldoende informatie geven. Open deurenbeleid is bijvoorbeeld meer dan de deuren openzetten; er zit een heel pedagogisch systeem achter. Dat moet je aan ouders uitleggen en inzichtelijk maken.
Hoe beter je ouders informeert over je motieven, de manier waarop je het wilt uitvoeren en de consequenties die je voorziet, en hoe beter je communiceert met ouders over voorgenomen plannen en beleid, des te beter kunnen ouders advies uitbrengen.
Ook tijd is een belangrijke factor. Als je ouders op tijd informeert, geef je ze de gelegenheid er goed over na te denken en met weloverwogen adviezen te komen. Het is belangrijk dat je duidelijk maakt wat je van ouders verwacht en ze 'stof' aanreikt waar ze op kunnen reageren. Als je advies van ouders verwacht, zul je ze eerst deelgenoot moeten maken van het pedagogisch gedachtegoed van het centrum.
Een voorbeeld:
Partou Kinderopvang heeft, naast een algemeen pedagogisch kader, vijf verschillende profielen, geïnspireerd door verschillende pedagogen. Bij deze profielen zijn er verschillen in gebouw en ruimte, buurt en doelgroep. Er zijn verschillen in pedagogische visie, kindbeeld, concrete opvoedingsdoelen en aanpak. Elk kindercentrum van Partou draagt één van die profielen uit. Het gaat hier om accentverschillen in de manier waarop de ontwikkeling van kinderen wordt bevorderd.
Op één kindercentrum gaf de oudercommissie aan behoefte te hebben aan een concretere weergave van het profiel 'het onderzoekende kind', gebaseerd op het principe dat kinderen onderzoekers zijn van hun eigen ontwikkeling. De leid(st)ers observeren en steunen de kinderen in het ontdekken door samen met hen actief en intensief dingen te doen. Het centrum is ook actief in de samenwerking met ouders. Naar aanleiding van het verzoek van de oudercommissie is dit profiel vertaald in een werkproces. Vervolgens zijn alle profielen uitgewerkt in concrete werkprocessen en zijn er per profiel speelgoedcatalogi en huisstijlen ontwikkeld.
Grenzen aangeven
Als je advies wilt van ouders en de oudercommissie over het pedagogisch beleid, is het handig precies aan te geven waarop je een antwoord verwacht. Met open vragen zoals 'Wat verwacht u van het kindercentrum' en 'Wat wilt u dat wij in het pedagogisch beleidsplan zetten?' zullen veel ouders niet uit de voeten kunnen. Structuur bieden en je grenzen aangeven biedt duidelijkheid. Ouders moeten bovendien voldoende tijd krijgen.
Een voorbeeld:
Bij Kinderopvang DAK was centraal vastgesteld dat alle beleidsplannen voor 1 oktober 2006 moesten zijn aangepast aan de nieuwe wettelijke normen. Een van de kindercentra had echter niet begrepen dat ook het advies van de oudercommissie voor die datum al verwerkt moest zijn, en kwam daar op het laatste moment pas achter. De oudercommissie kreeg het daardoor op het allerlaatste moment pas aangeleverd en had nauwelijks tijd om het te bestuderen. Zoiets leidt, begrijpelijk, tot grote irritatie bij de oudercommissie, terwijl dat onnodig is.
Als je bijvoorbeeld overweegt om iets over zelfstandigheid van kinderen in de naschoolse opvang op te nemen in je pedagogisch beleid, zou je daarover een ouderavond kunnen organiseren. Je geeft ouders dan alvast een kader: zelfstandigheid is een belangrijk pedagogisch principe, en je concretiseert de vraag door te bespreken wat dit betekent voor deze leeftijdsgroep. Je kunt een werkvorm kiezen waarin alle deelnemers, zowel ouders als groepsleiding, kunnen uitwisselen wat de ideeën zijn, welke ervaringen zij zelf hebben met kinderen en op welke manier zij er op dit moment al dan niet aandacht aan geven. Zo maak je een beleid waarin zowel ruimte is voor de pedagogische deskundigheid van de groepsleiding als voor de ideeën en wensen van ouders.
In een naschoolse opvang van Kinderopvang DAK was de groepsleiding van mening dat bepaalde kinderen in bepaalde situaties best zonder toezicht buiten konden spelen en zelfs in de buurt op stap konden gaan. Op een ouderavond over zelfstandigheid bleek dat een aantal ouders daar enthousiast over was. Andere ouders vonden het maar eng. Een ouder vertelde: 'Als je in mijn hart kijkt, dan breng ik mijn dochter het liefst nog zelf naar school als ze 19 is.' Er volgde een open gesprek tussen ouders onderling en de groepsleiding: je moet ze toch loslaten, ze moeten toch leren zelf over straat te gaan, maar we moeten dat wel zorgvuldig doen en per kind bekijken welke verantwoordelijkheid het aankan.
Diversiteit
Niet alle ouders zijn hetzelfde. Ouders verschillen in opleiding, beroep, sociale afkomst, maar ook in interesses, vaardigheden en voorkeuren. Sommige ouders reageren graag op een beleidsplan. Anderen zijn minder schriftelijk ingesteld of houden niet van vergaderingen. Er zijn andere manieren dan geschreven tekst en vergaderen om ouders van informatie te voorzien, waardoor ze zich ook een mening kunnen vormen over de uitvoering van het pedagogisch beleid.
In kindercentrum Marieke maakte groepsleiding foto's van de kinderen die in de groep aan het spelen waren. Baby's klommen in en op een grote kartonnen doos
en zakten erdoorheen. Groepsleiding kon met deze foto's aan de ouders op een ouderavond illustreren hoe ze omgaan met de ontdekkingsdrang en de grove motoriek van kinderen.Dit zijn begrippen die in een beleidsplan lege kreten blijven, maar met fotodocumentatie gaan leven. Het vervolg is dat er nu in de gang een paneel met foto's hangt voor de ouders waarop thema's van het pedagogisch beleid met foto's in beeld worden gebracht.
Op deze manier houd je rekening met de diversiteit onder ouders. Met ouders die zich meer aangesproken voelen als je ze vraagt om in een oudercommissie zitting te nemen én met ouders die liever samen met andere ouders praten over autonomie van kinderen aan de hand van video-opnamen en op die manier hun bijdrage leveren.
Aanmoedigen en uitnodigen
Als je echt wilt weten wat ouders vinden van het beleid, dan zul je ze op alle mogelijke manieren en op allerlei momenten moeten duidelijk maken dat je dat wilt.
Een lid van de oudercommissie van kindercentrum Falco laat in de ouderkrant van Kinderopvang DAK duidelijk merken hoe stimulerend het is als het team de inbreng van de ouders serieus neemt:
'De oudercommissie heeft duidelijk het gevoel dat zij serieus genomen wordt en dat er belang wordt gehecht aan de inspraak en het adviesrecht dat zij heeft. Ik denk zelf ook dat de leiding van Falco het waardeert dat er een groep ouders is die meedenkt over hoe bepaalde dingen nóg beter kunnen. Voor de oudercommissie is de samenwerking bijzonder soepel verlopen. Wij hebben het gevoel dat onze inzet er echt toe doet, waardoor wij als oudercommissie ook plezier in ons bestaan hebben!'
Ouders aarzelen misschien om zich voor een oudercommissie aan te melden, misschien denken ze: dat is meer iets voor andere ouders. Dan kan het helpen als je ze nadrukkelijk en persoonlijk uitnodigt.
Advies van ouders serieus nemen betekent ook recht doen aan alle ouders. Voor ouders die geen of weinig Nederlands spreken betekent het dat je anders moet documenteren, niet alleen met teksten, maar ook met beelden en foto's, of in de taal van de ouders of een gemeenschappelijke vreemde taal (Engels of Frans). Vragen om inbreng doe je door je actief te verdiepen in de achtergronden van de ouders, hun waarden, normen en opvattingen, en door ouders te vragen mee te doen in de groep, of voor te doen hoe zij iets gewend zijn. Ouders serieus nemen betekent ook ouders die zich niet thuis voelen in een vergadercultuur andere gelegenheden bieden om hun mening te geven en hun ideeën te ventileren. Dit kan tijdens het halen en brengen, of bijvoorbeeld door in oudergesprekken gericht naar de ideeën en mening van ouders te vragen. Soms kunnen doe-activiteiten ouders uitnodigen om meer van zichzelf te laten zien.
De leid(st)ers van kinderdagverblijf de Klapmuts van Partou verwelkomen de ouders bij het brengen en ophalen van hun kind met koffie of thee. Het team streeft laagdrempelige betrokkenheid van ouders na, omdat dit de ontwikkeling van de kinderen ten goede komt. Respect blijft hierbij een kernbegrip. We merken dat er hierdoor een nauwere band ontstaat tussen ouders en leid(st)ers, maar ook tussen ouders onderling. Het creëren van zo'n flexibele en vanzelfsprekende overlegstructuur met ouders is van essentieel belang. Onder het motto: wij voeden met z'n allen dit kind op. Tijdens een kopje thee of koffie stellen ouders eerder vragen over bijvoorbeeld de taalontwikkeling van hun kind.
Uitnodiging
De uitnodiging, het welkom heten van ouders in de kinderopvang is een eerste stap op de weg tot wederzijds vertrouwen en overleg. Daar zijn veel manieren voor.
Het bekendmaken van de activiteitenkalender tijdens een opvangjaar zorgt er op kindercentrum Mercator van Partou voor dat ouders zich betrokken voelen. In de oudercommissie wordt de activiteitenkalender besproken en denken ouders mee over de invulling van een ouderbijeenkomst. Thema's zoals het werken met het programma Kaleidoscoop en grenzen stellen in de opvoeding worden dan met alle ouders besproken.
In kindercentrum Woeste Willem kwamen twee ouders met een voorstel voor een muziekactiviteit met de kinderen in een groep. Ouders en leid(st)ers hebben een dag afgesproken om de muziekactiviteit uit te voeren: samen met de kinderen, de leid(st)ers en de ouders hebben ze toen bewegingsliedjes gezongen. Een van de ouders maakte hiervan een video-opname. Naar aanleiding van de leuke, spontane en actieve beelden hebben de ouders een ouderavond georganiseerd. Op deze ouderavond is het pedagogisch beleid aan alle ouders toegelicht. Na afloop van de presentatie zijn de videobeelden getoond.
Het adviesrecht van ouders op het pedagogisch beleid komt niet vanzelf op gang. Daar moet je voorwerk voor doen. Kindercentra die dat adviesrecht serieus nemen, zullen prijs stellen op de mening van alle ouders, ook ouders die niet in staat zijn of er niet voor voelen te adviseren op papieren plannen en ouders die het vergaderen niet ligt. Als je ouders nadrukkelijk uitnodigt om zich in het centrum thuis te voelen en uit te spreken, als je duidelijke kaders aangeeft en ouders serieus neemt, en als je ze actief betreft in het gedachtegoed van de kinderopvangpedagogiek en de pedagogiek van je centrum, dan is het adviesrecht van ouders op het pedagogisch beleid een verrijking van het centrum.
Informatie
(1) Bureau MUTANT verzorgt trainingen en publicaties voor kindercentra, voorscholen en scholen. www.mutant.nl
(2) Kinderopvang DAK
DAK is een instelling voor kinderopvang in Den Haag met ca 60 vestigingen en verschillende opvangvormen (w.o. dagopvang, naschoolse opvang, gastouderopvang en peuterspeelgroepen). DAK heeft ca 2050 kindplaatsen.
(3) Partou Kinderopvang
Partou Kinderopvang heeft 74 vestigingen in de Randstad en Emmen en meer dan 700 medewerkers. In totaal worden 3000 kinderen opgevangen.
Dit artikel is een bewerking van 'Ouders adviseren over pedagogisch beleid' van Kok van der Meer en Lya MacDonald, In: Partnerschap tussen ouders en beroepskrachten, Anke van Keulen (red.). Amsterdam: SWP (2006).