BBMP - en ook de brancheorganisaties kinderopvang - vinden de voorstellen van de staatssecretaris niet minder dan een gedrocht. Want het voorstel om de gastouderopvang aan te passen hinkt op twee gedachten. Daarnaast kost het de belastingbetaler opnieuw onnodig honderden miljoenen euro’s, het jaagt ouders en mogelijk werkgevers op extra kosten én maakt gastouderbureaus het werken moeilijk vanwege te lage uurvergoedingen. En dit alles omdat opa’s en oma’s een vergoeding van 2,50 euro per uur voor oppassen moeten kunnen krijgen. En nu nog in de Wet kinderopvang (Wk) worden opgenomen ook.
Geen wonder dat werkgeversorganisaties BKN, MOgroep en oudervereniging BOinK in de afgelopen maanden hard hebben geknokt tegen de kabinetsplannen. Zo weigeren zij terecht om voor het ‘opa- en omadeel’ in de kinderopvangwet kwaliteitseisen te formuleren, ondanks het dringende verzoek van staatsecretaris Dijksma. De kinderopvang formuleert ook geen kwaliteitseisen voor scholen, jeugdinrichtingen of het Jeugdjournaal. Dus ook niet voor opa’s en oma’s.
Met deze vreemde eend in de bijt, loopt de reguliere kinderopvang onnodige risico’s. Allereerst horen opa’s en oma’s niet thuis in een kinderopvangwet. Waarom zou de overheid moeten meebetalen aan informele opvang die toch al plaatsvindt? Daar is de hele Wet kinderopvang niet voor bedoeld. De wet is juist opgehangen – al dan niet terecht – aan de wens om de arbeidsparticipatie van vrouwen te laten toenemen, maar in haar voorstel schrijft staatsecretaris Dijksma van OCW letterlijk dat de inzet van opa’s en oma’s geen enkele bijdrage levert aan de arbeidsparticipatie van vrouwen.
Voor informatie vind je hier.