Schoolkinderen hebben te maken met verschillende volwassenen die hen allemaal een deel van de dag begeleiden. De leerkracht en onderwijsassistent(e) op school, een overblijfjuf of -meester tussen de middag, na schooltijd de groepsleiding van de buitenschoolse kinderopvang en vaak ook nog de jeugdtrainer voor sportactiviteiten in de wijk. Hoe zijn deze functies te combineren?
Landelijke ontwikkelingen
De aandacht voor meer integrale en intersectorale samenwerking tussen kinderopvang, onderwijs, welzijn en sport is de laatste jaren enorm toegenomen. Ook de landelijke overheid stimuleert deze ontwikkeling onder andere met Operatie Jong.
Maar op het niveau van instellingen zie je net zo goed veel ontwikkelingen en initiatieven die samenwerking tussen de verschillende sectoren realiseren. Denk hierbij alleen maar aan de Brede scholen. Meer dan vijftig procent van de gemeenten heeft een Brede school en ruim een kwart van de gemeenten werkt aan de realisatie van een Brede school. Ook is er meer aandacht voor dagindeling sinds medio jaren negentig waardoor zorg voor kinderen en werk van ouders beter op elkaar afgestemd kan worden. Men biedt meer sluitende dagarrangementen om het vooral voor kinderen leuker, overzichtelijker en herkenbaarder te maken.
Een dagarrangement is een samenhangend en doorlopend aanbod van onderwijs, opvang en vrije tijdsvoorzieningen waar kinderen en ouders op basis van behoefte en eigen keuze gebruik van kunnen maken.
Elke situatie in de praktijk is anders waardoor het sluitende dagarrangement voor kinderen er anders uitziet. Maar bovenal is ook de soort combinatiefunctie die ontstaat verschillend.
Combinatiefuncties
Combifuncties zijn functies waarbij werk dat van origine onder twee verschillende werkgevers wordt verricht, tot één functie wordt gemaakt.
Het gaat bijvoorbeeld om:
- De combinatie van werken in de voorschoolse opvang, als onderwijsassistent(e) en als overblijfkracht.
- Werk als sportbegeleid(st)er in de Brede school combineren met het overblijven, waarbij kinderen een sportaanbod op het plein krijgen en de sportbegeleid(st)er assisteert bij de gymlessen op de basisschool.
- Het coördineren van de overblijf door een peuterspeelzaalleid(st).
- 's Morgens in de speelzaal werken en 's middags in de buitenschoolse kinderopvang.
- Het werken in de 8-plus buitenschoolse kinderopvang combineren met tienerwerk vanuit het clubhuis.
Kern van deze functies is dat er minder versnippering van werktijden is voor de medewerk(st)er. Hij/zij werkt grotere aaneengesloten blokken, vergeleken met het werken in de losse functies. De kerntaak is en blijft het werken met schoolkinderen.
De sector waarin de combinatiemedewerk(st)er op dat moment zijn taak verricht, bepaalt de wijze van omgang met kinderen. In de buitenschoolse kinderopvang is dit opvang en ondersteuning. Voor een activiteitenbegeleid(st)er is het begeleiden van vrije tijd aan de orde. Dit kan specifiek op sport gericht zijn, waarbij het aanleren van vaardigheden en technieken een rol speelt. Voor de taken die zich afspelen in de schooltijd staat het ondersteunen en begeleiden van het leren van kinderen centraal.
Bij de start van een samenwerkingsverband, brede school of ontwikkeling van een sluitend dagarrangement is het belangrijk dat je kijkt vanuit welke visie en meerwaarde je een combinatiefunctie wilt realiseren.
's Morgens op school werken is heel anders dan 's middags in de buitenschoolse kinderopvang. Als ik de tussenschoolse opvang niet draai, heb ik een lange pauze van 11.30 uur tot 14.00 uur. Dat vind ik prettig. Ik ga echt naar een andere baan toe 's middags. Ik heb de tijd om zaken op school af te ronden en los te laten. Het 'switchen' van werk op één dag gaat goed. School en kinderopvang zijn niet met elkaar te vergelijken. De school sluit ik 's morgens af door verslagen te schrijven. Daar geven ze me ook de tijd voor. Ik ben gewoon echt klaar, als ik naar de buitenschoolse kinderopvang ga. De knop omzetten gaat gemakkelijk!
[combimedewerkers] vinden het gebrek aan vastigheid soms wel lastig. Het werk boeit hen wel, al moesten zij wennen aan het overschakelen naar hun verschillende rollen in de school en de buitenschoolse opvang: 'Op school ben je de juf, op de buitenschoolse opvang gewoon leid(st)er.
Op het moment dat je het lokaal uitstapt, vertellen de kinderen hoe ze het vonden op school en waarom het wel of niet leuk was. Dan noemen ze me bij mijn voornaam en durven ze vrijuit te praten.
Voordelen van combifuncties
Het realiseren van een combinatiefunctie biedt verschillende voordelen voor de medewerk(st)er, kind en ouders en de organisatie.
- Voor de medewerk(st)er is het grote voordeel dat hij langere en beter aaneengesloten werktijden heeft. Versnipperde werktijden zoals bijvoorbeeld in de voorschoolse en naschoolse opvang: van zeven tot half negen en dan van drie tot zes uur worden gekoppeld aan andere werkzaamheden. Grotere banen kunnen de instroom van nieuwe en andere medewerk(st)ers bevorderen. Mogelijk kan het mannen meer interesseren om met kinderen te werken, wat een positief effect heeft op de ontwikkeling van kinderen.
- Voor de organisaties betekent dat, dat door het realiseren van combinatiefuncties er kwaliteitsverhoging van het werk plaats kan vinden. Doordat er specifieke begeleiding door daarvoor opgeleide krachten is. Het werken met combinatiemedewerk(st)ers draagt in ieder geval voor de leerkrachten bij dat zij zich op hun kerntaak kunnen richten. Allerlei randverschijnselen zoals de tussenschoolse opvang, projecten, aandacht voor zorgkinderen kunnen uitbesteed worden aan de 'allround-kinderwerker'.
- Continuïteit in pedagogische begeleiding is voor de kinderen van belang. Hoewel we te maken hebben met verschillende onderdelen van de dag, waarbij verschillende regels en sfeer horen, is een afgestemde aanpak wel zo helder. Het gaat om de rode draad in de pedagogische aanpak, het pedagogisch klimaat.
Vertrekpunten
Er zijn verschillende vertrekpunten om de start van combifuncties te realiseren. Dit betreft heel pragmatische redenen zoals een school die een nieuw gebouw betrekt samen met de bibliotheek en de naschoolse opvang. Of een bekwame medewerk(st)er die de organisatie graag wil behouden, maar graag een groter arbeidscontract wil. Een combifunctie realiseren kan uitstroom voorkomen.
Andere vertrekpunten zijn:
- Het zoeken naar aansluiting bij gemeentelijk beleid of gemeentelijke prioriteiten. Als de gemeente in de wijk meer sport wil aanbieden voor de kinderen, dan kunnen de sportvereniging, basisschool en naschoolse opvang een samenhangend pakket voor schoolkinderen aanbieden. Omdat het een uitwerking is van gemeentelijk beleid zijn zij wellicht bereid er in te investeren.
- Profilering van je organisatie en organisatieversterking kan vormgegeven worden door een visie op combifuncties te ontwikkelen. Je wilt het milieucentrum in de gemeente betrekken als groepsruimte voor de buitenschoolse kinderopvang. Je biedt aan het beheer van de leskisten te verzorgen en de leerkrachten te ondersteunen bij het natuuronderwijs. Zo kun je het beeld naar buiten als betrouwbare en innovatieve organisatie en samenwerkingspartner versterken.
- Voor kinderen en ouders dragen combinatiefuncties bij aan een meer afgestemde aanpak, leukere vrije tijd en makkelijker werk en opvoeding combineren.
- Voor de medewerk(st)er is de aaneengesloten werkdag en afwisseling grote winst.
Hobbels
Op het moment dat een organisatie overweegt tot de invoering van combinatiefuncties in kinderopvang, onderwijs, welzijn en sport over te gaan, zijn er direct drie grote struikelblokken. Het gaat hierbij om CAO's, opleidingen en organisatieculturen.
De CAO's verschillen: we hebben te maken met een CAO kinderopvang, welzijn, (primair) onderwijs en sport. Er zijn opleidingseisen voor functies en kun je daar zomaar van afwijken? Hoe verhouden de salarissen zich ten opzichte van elkaar? Wat zijn de secundaire arbeidsvoorwaarden?
Er zijn verschillende opleidingen op niveau 3 en 4 die toegang geven toe de functie van combinatiemedewerk(st)er.
De SPW-3 opleiding met de uitstroomrichting kinderopvang, assistent(e) basisonderwijs en gehandicaptenzorg. Op niveau 4 kennen we de opleiding voor onderwijsassistent(e) en sociaal cultureel werker. Bij de SB-opleidingen, sport en bewegen, is er sprake van een opleiding op niveau 2-3 en 4.
In de opleidingen is zogenaamde 'vrije ruimte' die het ROC naar eigen goeddunken in mag vullen, buiten de landelijke eindtermen om.
Kun je in die tijd een kennismaking met de andere sector bewerkstelligen?
De beeldvorming over elkaars werk en elkaars organisatie speelt ongemerkt een grote rol bij de realisatie van combinatiefuncties. De culturen in de sectoren en die in verschillende organisaties zijn anders. Dat kan je niet van de ene op de andere dag veranderen. Stappen zetten om elkaar leren kennen en concrete samenwerkingsprojecten starten dragen daaraan bij.
Meerwaarde
Momenteel wordt in opdracht van het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid gewerkt aan oplossingen rondom arbeidsrechtelijke zaken en opleidingen. Sociale partners en opleidingen formuleren adviezen waar elke instelling profijt van kan hebben. Naar verwachting formuleert deze stuurgroep in het voorjaar 2005 haar adviezen.
Zie het gemis aan landelijke oplossingen niet als struikelblok om combinatiefuncties te realiseren. Er zijn verschillende mogelijkheden omtrent aanstellingen. Ook worden in diverse ROC's ervaringen opgedaan waarin in de vrije ruimte kennis gemaakt wordt met de ander sector.
Combifuncties kunnen het beste gerealiseerd worden als organisaties beide een meerwaarde zien in deze vorm van samenwerking. Een combifunctie realiseren om een medewerk(st)er te behouden, is een goed beginpunt. De valkuil is echter dat alle verantwoordelijkheden bij deze ene persoon neergelegd worden.
Beter is het om vanuit een visie in de eigen organisatie op actuele ontwikkelingen in de gemeente en op landelijk niveau in kinderopvang, onderwijs, welzijn en sport deze samenwerking te starten.
De basis om samen te werken begint met het elkaar willen leren kennen als verschillende organisaties. Dat vraagt tijd. Kennismaking met de pedagogische aanpak van de BSO, het pedagogisch klimaat op school, de doelen, de speerpunten etcetera. Op basis van deze gezamenlijkheid kan de behoefte ontstaan om iets te ontwikkelen in het belang van kinderen.
Voor meer informatie over het JSO-project 'Combifuncties in kinderopvang, onderwijs, welzijn en sport', kun je contact opnemen met Jeanne van Berkel.
Telefoon (NL): 0182-547888. E-mail: j.van.berkel@jso.nl
Kijk ook eens op: www.jso.nl