Geert (75), Judith (77), Marie-Jeanne (58) en Denise (60) komen alle vier wekelijks één of meerdere keren in de opvang. Elk op hun eigen manier startten ze met vrijwilligerswerk bij Wigwam en ieder doet wat het beste bij hem of haar aansluit. Zo is Geert ooit gevraagd als Sinterklaas, sindsdien is hij blijven komen. ‘Als vader voor mijn zoon was ik in de eerste plaats vader, met alle taken die daarbij komen kijken. Nu ik zelf opa ben, heb ik vooral opatijd. Mijn kleindochter zit hier ondertussen ook in de opvang en ik vind het fantastisch om alles vanaf de eerste rij mee te maken. Maar ik doe dit niet alleen voor mijn kleindochter, het is ook plezant om bij de opvang in z’n geheel betrokken te worden en inzicht te krijgen in de manier van werken.’
Ook Judith ziet het vrijwilligerswerk in de opvang als een verrijking voor haar eigen leven. ‘Ik heb lang mijn zieke echtgenoot verzorgd, na zijn dood wilde ik me graag voor iets ontspannends inzetten. Toen ik hier de kans kreeg, heb ik geen moment getwijfeld. Ook al kom ik hier maar één keer per week voorlezen, ik beschouw dit als een uitbreiding van mijn familie. Wanneer de kinderen naar me toe komen lopen omdat ze me kennen, geniet ik echt.’
Hartverwarmend
Pedagogisch medewerker Lize Suederick herkent dat plezier. ‘Het is hartverwarmend om Judith met zo’n paar hummeltjes te zien zitten of wanneer Denise een theekransje organiseert voor een paar kinderen die even geen zin hebben om te ravotten. Dankzij hun aanwezigheid komt er voor ons trouwens ook meer tijd vrij: naast het verzorgen kunnen wij nu zelf meer spelen met de kinderen. Ook op ander vlak vullen onze vrijwilligers een leemte op: veel van onze kinderen van allochtone afkomst hebben geen grootouders in eigen land en missen iemand om die rol op zich te nemen. Grootouders hebben meestal meer tijd en geven op een rustige manier aandacht. Ze rennen minder gejaagd door het leven en hun levenservaring heeft hen innerlijke rust gegeven. Regelmatig contact met grootouders in het bijzonder, maar ook met ouderen in het algemeen, geeft een extra dimensie aan de ontwikkeling van een kind. Precies daarom is het zo leuk dat ons kinderdagverblijf op een enthousiaste groep senioren kan rekenen.’
Al wil Geert dat graag nuanceren. ‘Soms wordt het voor ons te druk. Wanneer de kinderen van hot naar her rennen… Als vrijwilliger probeer ik in de opvang wel een meerwaarde te bieden, maar mijn taak blijft beperkt. Daarom moet ook het kinderdagverblijf deze aanpak zien zitten: het gaat toch een beetje om het introduceren van traagheid. Ik kan me voorstellen dat andere kinderdagverblijven geen “bejaarden” in huis willen nemen, omdat ze “in de weg kunnen staan”. De rust is een voordeel, maar het is niet nodig dat we elke dag langskomen. Dat is in het echte leven ook zo: opa’s en oma’s zien hun kleinkinderen niet elke dag.’
Lees verder in KIDDO 4 2012 vanaf pagina 10.