KIDDO 25 JAAR!

Democratie in de kinderopvang

Kinderen laten meepraten over het beleid in hun buitenschoolse opvang. Het klinkt mooi, maar hoe organiseer je dat? De Buiteling in hartje Brussel pakt het zo democratisch mogelijk aan, met een kinderparlement. Met zijn tienen zijn ze, de kinderen die elke maand hun zegje kunnen doen over onder meer de inrichting van de lokalen, het speelterrein en het algemene beleid. En ze nemen hun taak serieus…
Het is half vijf op een donderdagmiddag. De vijfde zitting van het kinderparlement moet beginnen. De leden druppelen hun vergaderlokaal binnen, moeizaam weggeplukt uit hun spel. Maar de plicht roept. Vandaag bespreken ze de herinrichting van de tweede verdie-ping. De huiswerkkamer krijgt een nieuw kleurtje en nieuw meubilair, die de kinderen zelf mogen kiezen, en het computerlokaal wordt verplaatst. Maar het zit de kinderen vooral dwars dat de speelplaats van De Kleurdoos, de school waar De Buiteling onderdak heeft, nog steeds niet heraangelegd is zoals beloofd. Het parlement spreekt af dat ze een petitie zullen overhandigen aan de schooldirectie. Parlementslid Rosalie (9) zal de begeleidende brief schrijven.
‘We behandelen de kinderen echt als parlementsleden’, zegt pedagogisch medewerker Wiet Vandormael. ‘Ze krijgen een officiële uitnodiging voor de zitting, en we voorzien ze van pa-pier, balpennen, een glaasje limonade en versnaperingen. Zo krijgen ze het gevoel dat ze belangrijk zijn én dat wat hier besproken wordt, ook serieus wordt genomen.’

Mondige kinderen

Het idee om een kinderparlement in het leven te roepen is niet zomaar ontstaan. Sinds drie jaar werkt de Buiteling aan een nieuwe pegagogische visie. ‘De focus daarbij ligt op het be-vorderen van zelfvertrouwen en sociale competenties, betrokkenheid en gelijkwaardigheid’, legt Wiet uit. ‘Een grotere participatie en diversiteit zijn daar onlosmakelijk mee verbonden. Met het hele team hebben we uitgedokterd hoe we dat in de dagelijkse praktijk konden reali-seren.’
De kinderen van De Buiteling zijn mondig en werden al langer aangemoedigd om ideeën over de dagelijkse gang van zaken te spuien of om eventuele problemen te melden. Maar erg gestructureerd verliep dat niet. Wiet ging op onderzoek uit bij de kinderparlementen die al her en der in scholen terug te vinden zijn, maar voor de buitenschoolse kinderopvang is het idee nieuw.
‘Aan het begin van het schooljaar hebben we een oproep gedaan voor kandidaten, die aan het kinderparlement willen deelnemen. En daar kwam veel respons op. De 24 kandidaten gooiden zich in een heuse verkiezingsstrijd, en alle kinderen vanaf zes jaar konden stemmen op hun favoriete kandidaat. Nu hebben we tien parlementsleden. Per zitting zijn er ook vijf “open zetels” voor geïnteresseerden, zoals leerkrachten, ouders of andere kinderen.’
Wiet stelt een agenda op en leidt de zittingen, maar de kinderen kunnen ook zelf punten inbrengen. ‘Wat er in het kinderparlement beslist wordt, moet er ook komen, binnen de afge-sproken tijd’, zegt Wiet. ‘In dat opzicht is het parlement evenwaardig aan onze algemene teamvergaderingen. Het verslag van het kinderparlement wordt daar ook besproken. De feedback die van de kinderen komt, is voor het team soms best wel confronterend, maar het initiatief wordt door iedereen gedragen. Dat was ook noodzakelijk, en we hebben veel moei-te gedaan om die visie bij iedereen te laten doordringen.’






Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]