KIDDO 25 JAAR!

Een gesprek met de staatssecretaris


In de entourage van het glas en staal van de Hoftoren zetelt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op de vijfde verdieping bevindt zich de werkkamer van Sharon Dijksma, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Een schets van haar plannen.

Kunst- en museumstukken laten zien dat dit departement zich focust op educatie en creativiteit. De deuren van de diverse werkvertrekken staan open en ambtenaren lopen bij elkaar binnen voor een praatje. Overleg is belangrijk nu het departement honderd dagen de tijd neemt om zich goed te informeren en zich voor te bereiden op de nieuwe wetsvoorstellen. Tussen het formele driedelig grijs is Sharon Dijksma ongelooflijk op haar plaats. Ze straalt energie en jeugdigheid uit en heeft zich goed verdiept in de materie rondom de opvang. Er is nogal wat hoop op haar gevestigd, als nieuwe staatssecretaris van OCW. Begin juli dient zij haar vernieuwende plannen voor de kinderopvang in bij de Tweede Kamer. En ze gaat ervoor: voor onze kinderen, voor hun toekomst en talent, voor een kwalitatief perfecte opvang.

De combi carrière en zorg
Staatssecretaris Dijksma, vrouwen worden aangespoord om fulltime te gaan deelnemen aan het arbeidsproces en door te stromen naar hogere functies. Daarnaast doet de overheid een beroep op ouders om hen meer verantwoordelijkheid te laten nemen voor het gedrag van hun kinderen. Dit onder andere vanwege de toename van agressieve jongeren, die bijvoorbeeld het buitenspelen van andere kinderen onmogelijk maken. Moet het fulltime werken dan wel worden toegejuicht? Krijgt de kinderopvang een grotere opvoedende taak? Hoe wilt u deze beide doelstellingen gerealiseerd zien?
'Er is veel aanleiding om de combinatie van je werk en het zorgen voor je gezin veel beter te maken. Het beleid van dit kabinet beantwoordt de hoop op verbetering, door een gigantische portefeuille vrij te maken van zevenhonderd miljoen euro voor alles wat te maken heeft met de opvang van nul tot vierjarigen en, eigenlijk ook, de opvang in de bredere zin van het woord. Daarmee willen wij een enorme stap voorwaarts maken en een bijdrage leveren in het vergemakkelijken van arbeid en zorg. Het is nodig dat vrouwen participeren in de arbeidsmarkt. Onze samenleving vergrijst en ontgroent. Het is noodzaak dat er mensen in onze samenleving arbeid verrichten, willen wij ons land op niveau blijven ontwikkelen. Het verband tussen fulltime werkende ouders en ontspoorde kinderen is niet te leggen. Dit blijkt uit allerlei onderzoek dat, onder andere, in Scandinavische landen is uitgevoerd.'
'Tegelijkertijd vind ik het heel belangrijk dat de ouders zelf de verantwoordelijkheid nemen voor de opvoeding van hun kind. Het voelt gewoon niet goed om je puur te concentreren op je werk en niet de tijd te kunnen nemen voor je kind. Ik hoop, vind eigenlijk ook, dat dit dilemma niet alleen aan moeders wordt opgehangen. Naarmate ouders meer in staat zijn werk- en zorgtaken te verdelen - vaders zouden een groter deel van de zorgtaak op zich moeten nemen, dan tot nog toe gebruikelijk is - zul je zien dat dit ten goede komt aan de opvoeding.'
'In de wetgeving staan de uitgangspunten beschreven voor het welzijn van kinderen. Het voornaamste is dat de opvang werkt aan het samenstellen van een pedagogische visie. Het gaat er immers niet alleen om om de kinderen goed op te vangen, maar ook om hun ontwikkeling te stimuleren. Deze moderne samenleving vraagt van de opvang om hun pedagogische afspraken te overleggen met ouders. Er is al een betere dialoog tussen de ouders en de opvang. Neem de Stichting Boink, belangenvereniging van ouders in de kinderopvang.
Een mooi voorbeeld zag ik in Eindhoven. Bij de kinderopvanginstelling Korein bieden ze een pedagogisch plan van aanpak. Leidsters werken met handelingsplannen. Van ieder kind wordt samen met ouders de voortgang en ontwikkeling van hun kind wordt besproken. Hiermee regelen ze tevens een 'warme' overdracht naar het basisonderwijs. Dat is natuurlijk fantastisch.'

Kwaliteitsverbetering in de opvang
Leidsters hebben te maken met een grote werkdruk en er klinken geluiden over ontevredenheid over hun opleidingsniveau. Hoe denkt U, naast voldoende kwantiteit, kinderopvang van voldoende kwaliteit te kunnen realiseren?
'We investeren natuurlijk in het betaalbaar en toegankelijk maken van de opvang voor alle ouders. Maar we gaan verder dan het subsidiëren van de 'klant'. Zo wil ik de scheidslijnen tussen de peuterspeelzalen en de opvang opheffen. Wat je nu ziet is dat vooral beter opgeleide werkende ouders kiezen voor de kinderopvang. Terwijl voor mensen met weinig geld of geen werk, de peuterspeelzaal de enige optie is. Er ontstaan dus twee groepen kinderen. Wat mij betreft worden zowel de toegang naar, als het aanbod van, de peuterspeelzaal gelijk aan die van de kinderopvang. Naast een goede mix tussen de kinderen, tref je dan overal dat stuk extra zorg, zoals de vroegschoolse educatie* binnen de kinderopvang die zich bijvoorbeeld op kinderen met een taalachterstand richt. Ouders kiezen dan voor de dichtstbijzijnde voorziening ongeacht de naam van de instelling.'
'Door het opleidingsniveau te verbeteren en uit te breiden kun je de werkdruk in de praktijk verminderen. Er werken voornamelijk middelbaar opgeleide pedagogische medewerkers in de opvang. Wanneer je deze groep aanvult met extra hoger geschoolde pedagogen haal je meer deskundigen op de werkvloer. Daarnaast krijgen de leidsters de mogelijkheid om meer te leren of zich te specialiseren, dankzij de kennis van hun hbo-collega's. Door deze kwaliteitsverbetering kan extra steun aan kinderen in de instelling geboden worden. Neem een kind dat extra aandacht behoeft vanwege zijn of haar gedrag of taalachterstand. Dat kan dan even apart genomen worden, of juist in de groep wat extra aandacht krijgen. De deskundigheid daarvoor heeft de opvang zelf in huis.'
'Het pedagogische uitgangspunt moet een stevige plaats krijgen. Niet alleen om de aansluiting met het basisonderwijs te verbeteren, maar ook om kinderen met problemen, van welke aard dan ook, eerder te signaleren en adequater te ondersteunen. Meer diversiteit in de opleidingsniveaus van de leidsters maakt niet alleen het vak interessanter; het vermindert tevens de werkdruk.'
'Al heb ik een behoorlijk budget, ik kan het geld maar één keer uitgeven. Ik investeer liever in de mensen zelf, niet in het systeem. Het systeem zegt immers niet zoveel. Het zijn de mensen die de kwaliteit maken.'

Lees verder in KIDDO 5 vanaf pagina 28.





Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]