KIDDO 25 JAAR!

Ga mee naar het muzikale Babelut-festival


Babelut is een tweejaarlijks kunstenfestival voor kinderen van 0 tot vier jaar. Twee KIDDO-redacteuren nemen een proefkonijn mee om aan den lijve te ondervinden wat in de folder staat: ‘In de workshops en voorstellingen voor volwassenen, baby’s en peuters staat samen beleven, genieten, experimenteren en inspiratie opdoen centraal.’

Ook al verschuift mijn gewone werk daardoor naar het weekend, wanneer collega en fotografe Caroline me uitnodigt om naar Babelut te gaan, bevestig ik meteen. Dit internationaal festival met kunst voor de allerjongsten vindt om de twee jaar plaats. Wil mijn zoon dat nog meemaken, dan is het nu of nooit. Lukas is nu 2,5 jaar, bij de volgende editie is hij te oud. Leuk dus, dat we dit nog kunnen doen. Maar ’t zal werken zijn! Lukas moet mee als proefkonijn.

Wie tikt en kriebelt daar?
Caroline wil eerst met haar camera overal rondneuzen. Lukas en ik starten meteen met een workshop muzikale vingerspelletjes. Begeleidster Ann Vanden Bossche vraagt ons in de gang kousen en schoenen uit te doen en daar heeft Lukas zin in: er ligt een voelpad dat hij met zijn tenen wil ontdekken. Blij loopt hij heen en weer over voetsporen die gemaakt zijn van plastic, ribbelkarton, zachte stof of glad rubber. Hoe krijg ik hem nu zover om met de workshop te beginnen? Gelukkig ligt binnen ook een heel aantrekkelijke mat: aan de randen van een groot stuk vinyl zijn handen geplakt van verschillende motiefjes behangpapier. Dat nodigt ons uit om er omheen te gaan zitten en zo begint meteen het eerste spelletje: we leggen onze handen op het vinyl en wrijven, tikken en kloppen afwisselend hard en zacht, traag en snel. Ik sta versteld dat alleen al uit je vingers zoveel muziek kan komen en Lukas is opgetogen. Hij zit veilig tussen mijn benen en doet meteen alles mee. Bij het volgende liedje neem ik zijn hand en loop met mijn vingers over zijn handpalm naar boven, daarna dalen mijn vingers over zijn handrug weer naar beneden. Naar omhoog stijgt de toon, naar omlaagt daalt het. Daarna komen er soortgelijke aanraakoefeningen met wrijven, tikken en glijden. Hetzelfde patroon doen we ook met de voeten. Ann heeft in haar schatkist een heel arsenaal verrassend materiaal. Het zijn geen muziekinstrumenten maar vingerpoprupsen, een dik elastiek met twee oogballen en een pluim (trek het over je hand en het lijkt een soort vogel), een handschoen met een grote pompon (het lijkt wel een diertje)… Voor elk liedje haalt ze iets anders tevoorschijn en vangt daarmee telkens opnieuw de aandacht van de kinderen. De nummers met veel lichamelijk contact vind ik het leukste. Lukas blijkbaar ook. Tijdens een aanraakversje waarbij ik zijn rug streel en zijn buik kietel met de pomponhandschoen ligt hij loom en ontspannen op mijn schoot. De eerste twee regels van het vers zoekt hij zijn draai, daarna ben ik zijn hangplek en hebben we samen een intens leuke tijd. De andere kinderen van zijn leeftijd zie ik op dezelfde manier met hun ouders genieten. Er is één baby en die heeft vooral plezier in het totaalspektakel: wanneer een vingerrups ritmisch dansend op hem afkomt, trekt hij grote ogen, glimlacht en strekt zijn handjes om hem te grijpen. Na een half uurtje worden alle kinderen moe en ronden we af. Ik probeer een paar liedjes te onthouden voor thuis, maar dat lukt niet: soms krijg je te veel inspiratie in één keer. Gelukkig geeft Ann ons aan het eind een bundeltje mee met tekst, uitleg en foto’s. Lukas loopt als een auto – vroemvroem – nog een paar keer over het voetenpad, dan trekken we schoenen aan en is het tijd voor een pauze.

Lees verder in KIDDO 5 2013 vanaf pagina 16.

Neem een abonnement.





Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]