Je bent de hele dag intensief bezig met het verzorgen, opvoeden en begeleiden van kinderen. En daarnaast heb je nog een hoop andere taken: je staat ouders te woord, je werkt samen met collega's, je begeleidt een stagiair, je hebt werkoverleg, je werkt aan certificering, je volgt een cursus en ga zo maar door. En dat is alleen nog maar je werkleven! Niet gek dus als je af en toe, of misschien zelfs regelmatig, even uit balans bent en geen energie meer hebt.

Aan de andere kant ken je ongetwijfeld ook momenten waarop alles lekker loopt of je bruist van de energie. Hoe kun je ervoor zorgen dat je je werk met energie kunt doen en zo min mogelijk momenten van futloosheid hebt? Alles draait om energie

Alles in ons leven draait om energie. De hele dag door ben je bezig met energie geven en energie ontvangen. Vaak sta je hier niet bij stil, totdat je je vermoeid voelt. Zo'n 40% van de mensen in de leeftijdsgroep 15 tot 65 jaar heeft regelmatig last van moeheid . Dit heeft mogelijk te maken met het feit dat alles tegenwoordig sneller en efficiënter moet. De kinderopvang is hierop geen uitzondering, want 'meer met minder' is ook hier de trend. Moeheid wordt in veel gevallen veroorzaakt door een verstoring van de balans tussen inspanning en ontspanning. Wanneer je lange tijd moe blijft en niet genoeg kunt ontspannen en opladen, gaat moeheid over in chronische vermoeidheid. Je hebt continu last van te weinig energie, je ervaart vaker stress, bent afwezig en snel geprikkeld en je wordt vaker ziek. Er is geen balans meer; je hebt dan meer energielekken dan energiebronnen. Wat is energie nu precies?

Energie is volgens natuurkundigen het vermogen om iets tot stand te brengen. Met behulp van menselijke energie kun je een fysieke inspanning doen, zoals bijvoorbeeld een baby verschonen. Maar met menselijke energie kun je eveneens denken, luisteren, met elkaar praten of emoties voelen als blijheid of verdriet. Eten, drinken en zuurstof zijn de eerste basisenergiebronnen die je als mens nodig hebt. Ze leveren bouwstoffen en calorieën die je energie geven. Als je je beweegt dan kost dat enerzijds energie omdat je je spieren in beweging zet. Anderzijds gééft het ook energie omdat je er zo voor zorgt dat de natuurlijke stroom van energie ontvangen, gebruiken en doorgeven op gang blijft.

Ook tussen de denkprocessen in je hoofd en het al dan niet hebben van energie bestaat een verband. Denken kost je energie als je negatieve gedachten hebt: als je denkt iets niet te kunnen of als je zorgen hebt. Positieve gedachten en de bijbehorende emoties, zoals je blij voelen, geven je daarentegen juist energie. Je voelt je lekker als je bij het opstaan bedenkt dat je er vandaag met de groep een leuke dag van gaat maken. Of als het je lukt je voorgenomen taken op tijd af te krijgen. Je voelt je energiek en dat gevoel komt 'van binnenuit'. Positieve gedachten zijn je grootste energiebronnen. Daarnaast zijn er nog talloze energiebronnen buiten jezelf die ervoor kunnen zorgen dat je je lekker voelt: een prettige inrichting van de ruimtes waarin je werkt, contacten met andere mensen.

Balans in je energie
Hoe kun je nu zorgen voor een goede energiebalans? Een van de hulpmiddelen is om je (meer) bewust te worden van je energiebronnen en van je energielekken of -slurpers. Je kunt er dan voor zorgen dat je genoeg energiebronnen hebt en zo min mogelijk energieslurpers, om op die manier je energie in balans te brengen. Het is belangrijk om dit samen met je collega's te doen. Voor een goede energiebalans heb je elkaar nodig.

Lees meer uit dit artikel in Kiddo Nummer 6!