KIDDO 25 JAAR!

Afscheid van bijzonder hoogleraar Louis Tavecchio

'Op naar een volwaardig partnerschap met ouders en onderwijs'
Onlangs nam Louis Tavecchio afscheid als bijzonder hoogleraar kinderopvang aan de Universiteit van Amsterdam. KIDDO kijkt met hem terug op de vijftien jaar dat hij onderzoek deed naar de kwaliteit van de kinderopvang in Nederland. Én vooruit. ‘De kinderopvang moet niet langer als een derde wiel aan de wagen manoeuvreren tussen het gezin en het onderwijs.

U bent zo’n tien jaar bijzonder hoogleraar kinderopvang geweest. Hoe ging het er tien jaar geleden in de kinderopvang aan toe?
‘Internationaal gezien hoorde de Nederlandse kinderopvang destijds bij de beste. Op een schaal van zeven punten scoorde Nederland een 4,8. Grof getransformeerd was dat ongeveer een zeven. Sindsdien is de kwaliteit alleen maar teruggelopen. In 2005 scoorden we een 3,2. Dat is omgerekend een vijf min. In 2008 was de score een 3, wat neerkomt op een viereneenhalf.’

Wat scheelt eraan?
‘Als je kijkt naar de basale interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers, zoals warmte, ondersteuning en rekening houden met wat het kind kan en wil, dan gaat het nog wel. Maar de beschikbaarheid en toegankelijkheid van spel- en ontwikkelingsmateriaal en het stimuleren van de ontwikkeling laten nogal te wensen over. Pedagogisch medewerkers zetten bijvoorbeeld wel een doos met blokken neer, maar helpen het kind vervolgens niet even op weg. Ze zetten de doos neer en gaan dan verder met de volgende taak in hun werkplan. Je kunt zeggen dat het vrije spel belangrijk wordt gevonden, maar dat bedoel ik natuurlijk ironisch.’

Je zou denken dat er in de loop der jaren meer kennis is gekomen van kinderen en hun ontwikkeling. Waarom wordt de kwaliteit van de kinderopvang daar niet beter van?
‘Nederlandse vrouwen zijn wereldkampioen parttime werken, ook als ze geen kinderen hebben. Dat is een verschijnsel dat je in andere landen veel minder ziet. Bovendien heerst hier de moederschapscultuur. Het gezin, en met name de moeder, wordt als de beste opvoeder beschouwd. De kinderopvang is daarmee automatisch hoogstens tweede keus.’

Maar is dat niet volstrekt logisch, als je weet dat kwaliteit van de kinderopvang achteruitgaat?

‘Ik kan me voorstellen dat vrouwen aarzelen, áls dat de reden zou zijn. Maar uit onderzoek blijkt dat ouders niet heel erg op de kwaliteit letten, hoe belangrijk die misschien ook is. Als de kwaliteit maar net boven het minimum uitkomt, en daar komt het zo ongeveer op neer, dan lijken ze tevreden.’

Wat betekent dat?
‘Veel ouders zien kinderopvang als een veredelde oppasplek voor de dagen dat ze hun kind niet zelf kunnen opvoeden. De pedagogische kwaliteit wordt niet op de eerste plaats verwacht door ouders. Als er maar goed voor hun kinderen wordt gezorgd, als ze onder toezicht worden beziggehouden. Dat lijken veel ouders voldoende te vinden. De kwaliteitsbril die ik als pedagoog en onderzoeker draag vinden ze een goede. Zelf hebben ze hem niet op. Zoiets belangrijks als de opvoeding van onze kinderen verdient beter.’

 

Lees verder in KIDDO 3 2011 vanaf pagina 8.
 
Neem een abonnement.


 





Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]