KIDDO 25 JAAR!

Iedereen werkt in een kleurrijk team!

Hoe is het om te werken in een team met allerlei verschillende medewerkers? Hoe zorg je ervoor dat die verschillen inspiratie in plaats van irritatie geven? Als je een nieuwe collega krijgt, is dat altijd een beetje spannend, zeker als hij of zij op bij jou op de groep komt werken. Wat voor persoon is diegene en zal het klikken tussen jullie? Vaak zoek je onbewust naar overeenkomsten met de ander: is hij of zij een beetje zoals jij? De meeste mensen voelen zich namelijk in eerste instantie vooral op hun gemak bij mensen die op hen lijken.
Dat kan zijn qua leeftijd, geloof of kledingstijl maar ook bijvoorbeeld qua culturele achtergrond of opleiding. Toch is niemand helemaal hetzelfde: je hebt altijd te maken met verschillen. Verschillen tussen mensen kunnen echter gemakkelijk leiden tot irritaties en misverstanden. De vraag is hoe je toch op een positieve manier om kunt gaan met de diversiteit in je team.

Versta je elkaar echt?
Aspecten van diversiteit die meestal snel opvallen, zijn taal en cultuur. Anita Szentpeteri werkt op kindercentrum De Blauwe Pelikaan (SKON) in Utrecht, een centrum dat nu ruim een jaar geopend is. Ze is Hongaarse van afkomst.
Anita: In dit team op De Blauwe Pelikaan was het makkelijk voor mij om mn plekje te vinden. Ik kende een van de leidsters al en ik had intussen ervaring in de kinderopvang. Maar in mijn vorige team was het lastiger. Het werken in de kinderopvang was nieuw voor mij en mijn Nederlands was nog erg beperkt. Woorden als slabbetje, tuitbeker of wipstoeltje had ik op de taalles niet geleerd, dus ik moest ontzettend veel leren. Die situatie was niet makkelijk, niet voor mij, maar ook niet voor mijn collegas.

Als je een collega in je team hebt die het Nederlands (nog) niet goed beheerst, dan vraagt dat van jou vaak extra inzet. Je moet soms dingen anders of nog een keer uitleggen en af en toe moet je je best doen om de ander goed te begrijpen. Als je zelf degene bent die het Nederlands pas op latere leeftijd heeft geleerd, dan weet je dat het spreken van een tweede taal heel vermoeiend en frustrerend kan zijn. Het vraagt, zeker in het begin, dat je constant moet nadenken. Vaak brengt het ook spanning met zich mee: maak ik geen domme fouten, kunnen ze mij wel goed verstaan, nemen ze mij wel serieus?
Om onderlinge irritaties over taalverschillen te voorkomen, is het aan te raden om het thema taal in een teamoverleg te bespreken (zie kader). Zie daarbij taalproblemen niet als iets dat alleen de allochtone leid(st)ers betreft! Er zijn immers ook genoeg autochtone pedagogisch medewerkers die moeite hebben met foutloos Nederlands schrijven (bijv. in de schriftjes voor de ouders), die een sterk dialect hebben of die dyslectisch zijn.

Breng taal ter sprake!
Besteed een keer een teambijeenkomst aan het thema taal. Bespreek met elkaar de volgende vragen: Welke gedachten en oordelen hebben wij over het (goed) spreken en schrijven van de Nederlandse taal? Welke ervaringen en gevoelens hebben allochtone en autochtone collegas over taal en dialect? Welke ervaringen hebben we allemaal met het spreken van andere talen of dialecten? Worden alle talen en dialecten hetzelfde gewaardeerd of hebben sommige talen meer status dan andere? Hoe kunnen we op een respectvolle manier omgaan met de verschillen in Nederlandse taalbeheersing in het team, zowel mondeling als schriftelijk? En kunnen ook andere talen of dialecten een plek krijgen in het kindercentrum?


Lees verder in KIDDO 8, vanaf pagina 27




Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]