Jonge kinderen en zelfsturing


Jonge kinderen krijgen voortdurend te maken met nieuwe situaties of omstandigheden. Ze moeten die nieuwe situatie leren kennen, en dat doen ze vooral door goed op te letten wat anderen doen en door handelingen na te bootsen. Wat iemand doet en hoe iemand zich gedraagt, wordt aangestuurd door de Executieve Functies, ook wel zelfsturing genoemd. Hoe kun je jonge kinderen ondersteunen bij het ontwikkelen van zelfsturing?

Om uit te leggen wat zelfsturing is, kun je denken aan een verkeerstoren: die moet alle start- en landingsbanen in de gaten houden, weten waar tientallen vliegtuigen zich bevinden en ervoor zorgen dat die veilig kunnen landen. Net als een verkeerstoren moeten mensen (kinderen én volwassenen) ervoor zorgen dat ze niet stuurloos door het leven gaan. En dat verwachten pedagogisch medewerkers ook van peuters en kleuters in de groep. De ene keer willen we dat ze stil zitten en luisteren naar een verhaaltje dat wordt voorgelezen. Dan weer mogen ze, als ze buiten zijn, zich uitleven en lekker rennen. Soms moeten kinderen (leren) samenwerken en met elkaar overleggen. En weer op een ander moment is het de bedoeling dat kinderen zich juist niet laten afleiden door die ene druktemaker. Dat voortdurend moeten schakelen doet een beroep op de zelfsturing van kinderen.

Er zijn drie soorten zelfsturing:

  1. Dingen kunnen onthouden (werkgeheugen)
  2. Bepaalde dingen beter niet of niet meteen doen (impulscontrole)
  3. Soms je plan of je strategie kunnen veranderen (flexibel zijn)

Een voorbeeld om het te verduidelijken:

Er staat een grote kist met muziekinstrumentjes in het midden van de ruimte. De kinderen lopen er enthousiast op af en pakken allemaal een instrumentje, maar… pedagogisch medewerker Marianne zegt dat ze nog niet mogen beginnen met spelen. De kinderen gaan sámen muziek maken! Pas als Marianne met haar armen zwaait, als een dirigent, mogen ze beginnen (impulscontrole). Als Marianne met één hand zwaait, mogen alleen de trommels hoorbaar zijn, en als ze haar armen stilhoudt, is het helemaal stil (dit is informatie waarvoor de kinderen hun werkgeheugen moeten inzetten). ‘Maar als ik nú met één hand zwaai’, zegt juf Marianne, ‘wil ik alleen de fluiten horen!’ (en zo doet Marianne beroep op de cognitieve flexibiliteit.)

Belang van zelfsturing

Zelfsturing is zo belangrijk, omdat het een rol speelt bij alles wat iemand doet. Het is een voorwaarde om dingen te kunnen leren. Goed ontwikkelde zelfsturing op jonge leeftijd leidt bijvoorbeeld tot meer succes op school. Kinderen kunnen beter vriendjes maken, omgaan met teleurstellingen, plannetjes die ze hebben gemaakt ook goed uitvoeren, langere tijd geconcentreerd de aandacht vasthouden. En er zijn ook effecten op de lange termijn: als kinderen deze vaardigheden goed leren op jonge leeftijd, kunnen ze later beter met anderen samenwerken, goede relaties opbouwen, beter op hun gezondheid letten, zelf kinderen opvoeden, een bijdrage leveren aan de economie. Kortom, hun leven lang hebben kinderen er baat bij wanneer zij al vanaf jonge leeftijd kunnen werken aan zelfsturing.

Lees verder in KIDDO 7 2013 vanaf pagina 24.

Neem een abonnement.





Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]