De dreumesen en peuters van kinderdagverblijf ’t Muisje gaan slapen. In een lange slinger lopen ze achter elkaar aan naar de slaapkamers. De kleine Emma kijkt om zich heen en loopt langzaam in haar eigen tempo achteraan. Bij een schilderij blijft ze staan kijken. ‘Loop je even door?’, vraagt de begeleider. Ze geeft Emma een duwtje tegen haar achterhoofd in de goede richting.
Dat kleine, op het eerste gezicht misschien onschuldige, duwtje is volgens coach en kinderdagverblijfdirecteur Manja Haze kenmerkend voor de manier waarop we met kinderen omgaan. ‘Met zo’n klein gebaar geef je als begeleider het signaal: ik bepaal en jouw keuzevrijheid is beperkt. Los van het feit dat je heus wel eens haast kunt hebben, zou het fijn zijn als er voor kinderen meer ruimte is.’
Al proberen we het, tijdens observaties ziet Haze dat kinderen niet altijd centraal staan. “Begrijp me niet verkeerd. Overal waar ik kom, zie ik begeleiders vriendelijk met kinderen omgaan. Maar vaak staan de dagstructuur en de manier waarop vaste elementen (eten, slapen, spelen, verzorgen) verlopen centraal en worden kinderen lang niet altijd in alles volledig serieus genomen. Het is de medewerker die aan de hand van een vaste dagstructuur bepaalt wat de kinderen gedurende de dag doen.’
Wat Haze betreft hoeven kinderen heus niet alles te mogen. Het kind centraal betekent ook niet dat er geen grenzen of regels nodig zijn. Wat het wel is beschrijft ze in haar boek . Daarbij liet ze zich inspireren door onder meer de opvattingen van pedagogen Maria Montessori en Emmi Pikler, die uitgaan van een respectvolle benadering en een vrije ontwikkeling van kinderen.
Lees verder in KIDDO 8 2012 vanaf pagina 34.
Neem een abonnement.