De meting is uitgevoerd door de Universiteit Utrecht en Sardes, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Tot aan de coronapandemie was een stijgende lijn in kwaliteit zichtbaar, maar de pandemie onderbrak deze ontwikkeling. Ondanks corona en de druk van personeelstekorten, blijkt de sector veerkrachtig: er is gedeeltelijk herstel zichtbaar.

Op de buitenschoolse opvang is wel een lichte daling in kwaliteit en een verschraling van het activiteitenaanbod zichtbaar. Medewerkers rapporteren toenemende werkdruk en afnemende tevredenheid, ondanks meer vaste contracten en contracturen. Tegelijkertijd blijkt dat in groepen waar veel aandacht is voor begeleiding van interacties, het welbevinden van kinderen hoger ligt. Dat biedt kansen: investeren in professionalisering, samenwerking en inhoudelijk aanbod draagt direct bij aan de kwaliteit én aan het werkplezier van medewerkers.

De LKK-resultaten onderstrepen het belang van structurele investeringen in kwaliteit, professionalisering en een sterke pedagogische basis. Door te blijven investeren in sterke teams, betrokken leidinggevenden en een rijk activiteitenaanbod, blijft kinderopvang een stevige basis voor ieder kind. Dat vraagt om gezamenlijke inzet van praktijk, beleid, onderzoek en opleidingen.