Voor de bezoekertjes van kinderdagverblijven Skip in Zandvoort is een fikse duinwandeling een doodgewone zaak. Hand in hand wandelen de dreumesen en peuters naar de ingang van het natuurgebied. Ze kennen de route op hun duimpje! Ze rennen al naar de klimboom, waar ze klimmen, balanceren en springen.
De kindertjes leveren nogal wat lichamelijke prestaties. Ze klauteren naar de duintop en rollen er weer af. Ze rennen rond de zandvlakte, verstoppen zich achter rozenbottelstruiken en springen over een konijnenhol. Het parcours biedt vele motorische uitdagingen. Keer op keer klinkt er trots: 'Kijk eens wat ik kan!'
Het hoogtepunt van de tocht is het zwaaien naar de conducteur, die zijn trein door het duinlandschap naar zee bestuurt. Daarvoor moeten de kinderen geduldig wachten op zijn komst. Ze hebben geluk! De conducteur groet terug met een luide fluittoon.
Waardevolle schatten
In de veiligheid van de groep kunnen kinderen eigen ontdekkingen doen. Een paddenstoel, konijnenkeutel, slak of bes zijn aanleiding tot onderzoek en vragen. Jubelend begroet het clubje een kleurige vlinder of spinnenweb. Waardevolle schatten, zoals een stok of slakkenhuis, vinden een veilige plek in handpalm of broekzak.
'Kinderen lopen niet zo veel. Ze zitten in het fietsstoeltje of de buggy, of staan op het plankje achter de wandelwagen. Wanneer je twee, drie jaar oud bent, is een uur wandelen een pittige inspanning, maar wel een gezonde. We zien dat de conditie van onze kinderen verbetert door onze tochten,' vertelt Relinde Aldegeest, directrice van Skip.
In de pedagogische visie van Skip staat vermeld dat de kinderen hun omgeving moeten kunnen verkennen. Strand en duinen horen daarbij. Het maakt onderdeel uit van hun buurt. Het geeft het kind houvast als hij zijn omgeving goed kent. Hij beseft: 'Dit is mijn wereld.'
Door de duinwandelingen beleven de kinderen de vier seizoenen intensief. Ze krijgen respect voor de natuur en het wekt hun interesse ervoor al op jonge leeftijd. Weer of geen weer, Els en Marianne zijn twee leidsters die zeer regelmatig met hun groep op stap gaan. Zij zien hoe kinderen gebiologeerd zijn door de omgeving. Hoe zij meer en meer zelf op ontdekking gaan en hun grenzen verleggen, gedreven door hun leergierigheid. Kinderen die binnen rustig, of soms zelfs timide, gedrag vertonen, bloeien op in de buitenlucht. Ze kletsen honderduit over de vogels, geluiden en geuren. De grote opmerkingsgave van kinderen verrast Els en Marianne keer op keer. 'Kinderen zien alles. Bij hen gaan fantasie en werkelijkheid hand in hand. Een grote tak in een klein duinmeertje, is al snel een krokodil. De zomerhuisjes waarlangs we wandelen, zijn voor onze kinderen heksen- of kabouterhuisjes. Iedere wandeling betekent ook een uitbreiding van de woordenschat. Ze leren insecten, vogels en planten benoemen en nieuwe termen gebruiken als: in de verte, broeden en bloeien,' legt Els uit.
Een zee van mogelijkheden
Geef kinderen een emmertje, zand en water en je geeft ze goud in handen. Met deze basiselementen kunnen ze zich uren amuseren. Niet voor niets staan er op de basisschool zand- en watertafels in de klas. Er is geen mooiere plek dan het strand om, met die basiselementen, de motoriek en ontdekkingslust van kinderen aan te moedigen. Waar stimuleer je hun zintuiglijke ontwikkeling beter? De kust biedt een scala aan geuren en aan tastmogelijkheden. Zelfs de lucht smaakt anders! Deze natuur biedt talloze ontdekkingen. Warm en zacht zand om te zeven, hard en koud zand om te bouwen. Schelpen, die betoveren en prikken aan je voeten. Kokkels en mosselen, krabben en kwallen, die vragen om onderzoek. De zee, die iedere keer een nieuwe buit in het visnetje brengt. De spanning van de aanrollende golven, die wel of niet jouw tenen raken.
Het is prachtig hoe kinderen reageren op de enorme ruimte aan de kust. De een holt rond met een pas gevonden stuk touw. De ander zoekt tussen de grote hoeveelheden schelpen naar de állermooiste. Weer een ander staart over het water met het gezicht vol verrukking: 'Wat is het hier groot!'
Het is opvallend dat kinderen aan zee allemaal zoet zijn. Ze genieten en leren door te spelen, te proeven, te voelen en te ruiken.
Els: 'Als ik met de groep naar zee ga, neem ik het liefst geen schepjes en emmertjes mee. Vaak geeft dat alleen maar ruzie. Het belemmert de kinderen in hun eigen zoektocht. We scheppen wel met de handen, we hollen met een tak of een stuk touw. We tekenen met de vingers in het zand en maken kunstwerken van schelpen en krabbetjes.'
Marianne: 'Aan zee leren kinderen afstanden schatten. De boot is verder dan de vuurtoren, de zee komt dichterbij en gaat weer weg. Door te klimmen en te rollen over zandheuvels en te springen over waterplassen leren ze hindernissen nemen. Een speelplaatsje, hoe leuk en uitdagend ook, biedt deze mogelijkheden niet. Daarbij hebben ze samen zo veel plezier. Het geeft voldoening om met elkaar een hoge berg te bouwen, waar de zee niet overheen kan. Ongemerkt leren ze samenwerken en fier te zijn op een groepsprestatie. Ook gaat het samen delen haast vanzelf met de gevonden schelpen, haaientanden, scheermesjes, noem maar op!'
Behalve de oergezonde zeelucht, de vitamine D van het zonlicht (goed voor sterke botten), garandeert een paar uur aan zee bovendien een goede nachtrust of lekker middagslaapje.
De organisatie
Een keer per jaar organiseert kinderopvang Skip voor alle kinderen een stranddag. Dat vereist een strakke en goede voorbereiding en kan niet zonder de hulp van ouders. Voor elke vier kinderen gaat een begeleider mee. Dat is overigens een meerwaarde, want door dit soort evenementen raken ouders meer betrokken bij de opvang.
Relinde: 'Er gaan ook veel hulpvaders mee, erg leuk! Het is elke keer weer een prachtige optocht als we met onze bonte bolderkarren naar zee trekken. Op het strand hebben we, binnen een bepaald thema, een spelletjescircuit voor de kinderen uitgezet. Daarnaast zijn er momenten voor vrij spel en rust. Dat laatste is belangrijk. De kinderen kunnen luisteren naar een verhaal, even op schoot zitten en wat fruit eten. Er zijn immers heel veel indrukken te verwerken. De ochtend sluiten we af met een picknick en gaan dan weer terug naar de opvang. De helft van de kinderen valt al in de bolderkar in slaap.'
Een dag naar duin en strand vraagt dus wel wat van de leidsters. Maar het geeft ook de mogelijkheid tot een langer en gezamenlijk project. Met leuke groepsactiviteiten kunnen leiding en kinderen naar de dag toeleven en in de periode erna kunnen ze er weer op voortborduren. Voor organisaties die naschoolse opvang bieden, ligt er nog een pedagogisch voordeel om de hoek. Oudere kinderen kunnen de jongere helpen bij moeilijke opdrachtjes en ze letterlijk bij de hand nemen. Ze kunnen voor de kleintjes een schatgraverij of speurtochtje organiseren. Zij zullen zich groot en verantwoordelijk voelen.
Tot slot: Mehdi is 10 jaar en was nog nooit verder gekomen dan zijn eigen woonwijk. Op een mooie lentedag kwam hij voor het eerst op het strand. Hij deed niets anders dan rondkijken, terwijl hij het zachte zand keer op keer door zijn vingers liet glijden. Hij genoot. Terug in de trein naar huis viel hij voldaan in slaap, verwonderd over hoe prachtig de wereld is.
Deze uitstap vraagt een hoop geregel. Maar achter de glooiende duinen liggen langgerekte stranden, die gezonde en spannende uurtjes garanderen aan onze kinderen. Dus visnetjes en schepjes in de bolderkar. Ga naar zee met de opvang!