Niemand wil zich branden aan uitvoering financiering kinderopvang

Het afgelopen jaar heeft het Nederlandse kabinet zich voorbereid op de hervorming en vernieuwing van het toeslagenstelsel. In het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Toeslagen zijn de verbetermogelijkheden binnen en buiten het huidige stelsel verkend. De mogelijkheden voor een ander toeslagenstelsel zijn nader uitgewerkt in de Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen (SVK) en de eindrapportage Alternatieven voor het toeslagenstelsel.
Niemand wil zich branden aan uitvoering financiering kinderopvang


In de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) heeft het kabinet ook benadrukt dat de problemen van het huidige toeslagenstelsel niet binnen het huidige stelsel opgelost kunnen worden en dat we toe moeten naar een ander stelsel. Voor de financiering van kinderopvang heeft het kabinet aangegeven dat op termijn de verantwoordelijkheid voor de financiering niet meer (volledig) bij de ouders moet worden gelegd, waarbij complexe voorwaarden voor hen komen te vervallen.

In een motie verzocht Kamerlid Segers (ChristenUnie) het kabinet de afschaffing van de kinderopvangtoeslag verder uit te werken, inclusief een tijdpad, uitvoeringstoets en een dekkingsvoorstel in lijn met de verschillende scenario’s kindvoorzieningen. Het ministerie van SZW heeft daarom met verschillende uitvoeringsorganisaties gesproken: de dienst Toeslagen, DUO, SVB, UWV, de NZa en ACM. Hoe kijken zij aan tegen de maatregelen in de SVK die zien op de financiering van de kinderopvang? De SVK bevat vier scenario’s.

  • Scenario ‘Optimalisatie van het huidige stelsel’: gerichte verbeteringen binnen het huidige stelsel met een vervolg van het verbetertraject kinderopvangtoeslag. In deze brief is dit scenario in de SVK niet meegenomen, omdat de motie vraagt om het afschaffen van de kinderopvangtoeslag verder uit te werken.

  • Scenario ‘Eenvoudigere en betaalbare voorzieningen voor werkende ouders’: een inkomensonafhankelijke overheidsbijdrage van 96 procent voor werkende ouders met een rechtstreekse financiering.

  • Scenario ‘Kindvoorzieningen voor alle gezinnen’: 4 dagen gratis opvang voor alle kinderen tussen de 0 en 12, inclusief tariefregulering van de prijs die kinderopvangaanbieders mogen vragen.

  • Scenario ‘Richting een integrale voorziening’: 5 dagen gratis opvang voor alle kinderen tussen de 0 en 12, inclusief tariefregulering van de prijs die kinderopvangaanbieders mogen vragen. 

Voor het scenario ‘Eenvoudigere en betaalbare voorzieningen voor werkende ouders’ heeft Toeslagen ervaring met de controle op de voorwaarden die worden vastgehouden, zoals de arbeidseis en gewerkte uren van de minst werkende partner. Wat betreft rechtstreekse financiering aan kinderopvangorganisaties is er ervaring bij Toeslagen, maar nog niet als massale toepassing.

Bij de scenario’s waar kinderopvang voor een aantal dagen gratis toegankelijk is voor alle kinderen, is er mogelijk nog aanvullende financiering nodig voor werkende ouders die meer uren opvang nodig hebben vanwege hun werk. Toeslagen ziet in ieder geval een logische uitvoerdersrol bij deze aanvullende financiering, als daar de scenario’s ‘Optimalisatie van het huidige stelsel’ of ‘Eenvoudigere en betaalbare voorzieningen voor werkende ouders’ worden toegepast.

DUO geeft aan dat alleen bij het scenario ‘Richting een integrale voorziening’ een rol voor DUO als eventuele toekomstige uitvoerder een logische oplossing zou kunnen zijn, omdat dit in lijn is met de huidige dienstverlening van DUO, het uitvoeren van onderwijsfinanciering. De lange implementatietijd omvat waarschijnlijk meerdere kabinetsperiodes en vormt daarbij een risico met potentieel grote effecten op de uitvoering volgens DUO.

DUO kan pas een rol gaan vervullen wanneer duidelijk is dat vijf dagen gratis het uiteindelijke doel is. Bij de overige scenario’s geeft DUO aan niet de meest voor de hand liggende uitvoerder te zijn. DUO geeft mee dat op basis van huidige inzichten de voorbereiding en invoering van een nieuw stelsel zeer lastig in te passen zijn in de nabije toekomst. Dit vanwege opdrachten in het kader van vernieuwingen in het onderwijsveld en het inburgeringsstelsel, maar ook wijzigingen als gevolg van de bevindingen van de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag en Werken aan uitvoering.

SVB geeft aan dat, voor zover nu te overzien is, er voor hen geen rol is weggelegd bij de uitvoering van een van de scenario’s. Het innen van een eigen bijdrage staat ver van de SVB af. Scenario’s met onderdelen als een arbeidseis en een koppeling met gewerkte uren, als ook het financieren van kinderopvangorganisaties wijken af van de huidige expertise. Zij vergen zeer veel verandercapaciteit en zijn daarom niet direct passend. Ook bij de scenario’s die verdere vereenvoudigingen voorstellen, blijven er volgens de SVB vanuit burger- en uitvoeringsperspectief behoorlijke complexiteiten bestaan.

UWV geeft aan zichzelf voor geen van de scenario’s als geschikte kandidaat te zien om uitvoering te geven aan een herziene versie van het kinderopvangstelsel. Deze taak is wezensvreemd voor UWV: deze kent onvoldoende raakvlakken met de huidige expertise en uitvoeringstaken. Ook heeft UWV niet de juiste gegevens en administratie in huis om uitvoering te geven aan een herzien kinderopvangstelsel. UWV maakt namelijk gebruik van de polisadministratie, wat geen afdoende bron is voor de benodigde gegevens van de doelgroep van ouders en kinderopvangorganisaties. Daarbij heeft UWV de komende jaren geen capaciteit beschikbaar om een dergelijke grote regeling uit te voeren op een manier die uitvoerbaar en handhaafbaar is. De continuïteit van processen van uitkeringsverstrekking aan honderd duizenden mensen wordt in gevaar gebracht als er nieuwe opdrachten bij komen.

Wat betreft de tariefregulering in de laatste twee scenario’s is gesproken met de NZa en de ACM. De NZa geeft aan dat een eventuele tariefregulering van de kinderopvang en het toezicht daarop, voor zover dat nu te beoordelen is, redelijk in lijn zou liggen met haar huidige regulerings- en toezichtstaken in de zorg, zij het dat het een sector is die de NZa niet kent. Maar voor de uitvoeringskant geldt dit niet; dit zijn taken die de NZa nu niet heeft. De ACM geeft mee dat eventuele tariefregulering van de kinderopvang niet in lijn ligt met de huidige reguleringstaken van de ACM.

 




Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]