Een paar maanden later besloot de minister dat het voertuig helemaal niet meer de weg op mocht, omdat het niet zou voldoen aan de eisen die gesteld worden aan ‘bijzondere bromfietsen’. Kinderopvangorganisaties en de fabrikant vinden dat de minister daarmee te ver ging. De rechter geeft ze daarin gelijk. De minister had het besluit voor die intrekking ‘onzorgvuldig’ genomen.

Dat na het ongeluk in Oss bleek dat het voertuig niet aan alle eisen voldeed, had de minister ook kunnen weten toen het voertuig werd toegelaten, stelt de rechtbank. Van Nieuwenhuizen moet daarom opnieuw kijken naar de intrekking en ook reageren op de argumenten die kinderopvangorganisaties en de fabrikant inbrengen. 

Nadat de Stint van de weg was gehaald, moesten kinderopvangorganisaties halsoverkop oplossingen zoeken om kinderen te vervoeren. Ze vielen terug op grote bakfietsen of huurden busjes. Ze waren van de ene op de andere dag hun voertuigen kwijt en moesten acuut nieuwe spullen regelen. Gebruikers hebben recht op een schadevergoeding, denkt de Brancheorganisatie Kinderopvang.

BK-directeur Emmeline Bijlsma. ‘De deur naar compensatie staat open, want de rechter heeft ons voor een groot deel in het gelijk gesteld. Onze leden hebben veel schade geleden.’ Ook fabrikant Edwin Renzen reageert blij en opgelucht op de uitspraak. Hij vond lange tijd dat hij werd gezien als degene die zijn voertuig illegaal de weg op liet gaan. Renzen ziet in de uitspraak een bevestiging dat hij zich altijd aan de regels heeft gehouden.