KIDDO 25 JAAR!

Samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs in de Brede School


De afgelopen jaren is het aantal Brede Scholen in Nederland fors toegenomen. Hierin groeit de rol van de kinderopvang steeds meer. Want niet alleen bij kinderdagopvang staat de ontwikkeling van het kind voorop, ook basisscholen, peuterspeelzalen en de naschoolse opvang zien hierin de toegevoegde waarde.

 
Voor ouders die allebei werken kan brengen en halen van de kinderen naar en van de opvang, de school en de naschoolse activiteiten een grote stressfactor zijn. Gelukkig zoeken steeds meer voorzieningen voor kinderen van 0 tot 13 jaar elkaar op. Dat gebeurt bijvoorbeeld in een Brede School of in een verschijningsvorm daarvan, zoals een Integraal Kindcentrum (zie kader). Bij een Brede School werkt het onderwijs - vaak, maar niet altijd vanuit één gebouw - samen met partners uit welzijn, opvang, zorg, cultuur en/of sport. Voorop staan de behoeften en ontwikkeling van het kind en de ouders, een gezamenlijke pedagogische visie en de verbreding van het aanbod in de wijk. Door deze verschillende factoren is niet iedere Brede School hetzelfde. De ene Brede School heeft als doel het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren, de andere richt zich vooral op de opvang en vrijetijdsbesteding en het organiseren van activiteiten voor kinderen, jongeren en buurtbewoners.
 
Explosieve groei
Van oorsprong vind je de Brede School terug in achterstandswijken: aspecten als taalontwikkeling, de sociale vaardigheden en de toekomstige rol in de maatschappij speelden in de eerste Brede Scholen een belangrijke rol. Op dit moment telt Nederland 1.600 Brede Scholen. De laatste twee jaar is de groei van Brede Scholen in Nederland geëxplodeerd. Reden hiervoor zijn onder meer de krimpende leerlingaantallen waarmee scholen – en dus gemeenten in Nederland – te maken hebben. Om sluiting te voorkomen, ligt samenwerking voor de hand. Een andere ontwikkeling is de Wet OKE die de harmonisering en de kwaliteitseisen van de kinderopvang en peuterspeelzalen stimuleert en waarin Voor- en Vroegschoolse Educatie ook een rol speelt. Bovendien bieden Brede Scholen en integrale kindcentra veel doorgroeimogelijkheden voor pedagogisch medewerkers. Zij zijn bijvoorbeeld in staat om na bijscholing als klassenassistent aan de slag te gaan. Ook kunnen zij een rol spelen bij het organiseren en invullen van (tussentijdse en naschoolse) activiteiten.
Het Brede School-beleid in Vlaanderen is nog volop in ontwikkeling, in Brussel zit het in een eerste fase van uitvoering. Steunpunt Diversiteit en Leren brengt alle Brede Scholen de komende jaren in kaart, maar het aantal Brede Scholen groeit gestaag. Dit wordt niet alleen gestimuleerd door steden en gemeenten in Vlaanderen, veel scholen voelen zelf de noodzaak tot samenwerking met partners buiten de muren, zelfs buiten de onderwijssector.
 
Gezamenlijke focus
Er zitten dus heel wat voordelen aan een Brede School. Zowel voor de ouders en kinderen, de medewerkers, de instellingen als de gemeente. Helaas wordt de werkvloer niet altijd betrokken bij de plannen om samen te gaan in een Brede School, weet Joke Kruiter, onderzoeker-adviseur bij Oberon. Zij licht toe: ‘Een Brede School is een totaal andere manier van werken. Is er te weinig draagkracht, dan werkt de formule niet. Het management moet medewerkers vroegtijdig informeren over de voordelen van een Brede School. Waarom is het goed voor de kinderen? Waarom kan het interessant voor jou zijn? Door gezamenlijk te focussen op een doel, bijvoorbeeld de doorgaande ontwikkelingslijn, creëer je draagvlak.’ Kruiter adviseert dan ook voor de voorbereiding minimaal een jaar uit te trekken. ‘Begin klein, leg de lat niet te hoog. Dat is een grote valkuil. Ga niet gelijk met te veel partijen in zee. Kijk eerst hoe het loopt, evalueer, schaaf bij. Je kunt bij succes de samenwerking altijd uitbreiden.’
 
Lees verder in KIDDO 4 2012 vanaf pagina 24.




Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]