Veel volwassenen vinden het moeilijk als kinderen met seksualiteit experimenteren. Toch is het juist in de kinderopvang van belang hen hierbij te begeleiden. Dat vindt ook Ria Vink (manager van kinderdagverblijf Ollie B. Bommel te Heiloo (Humanitas). 'De seksuele ontwikkeling is een onderdeel van de algemene ontwikkeling. Kinderen zijn juist op jonge leeftijd met seksualiteit - of beter: lichamelijkheid - bezig,' zegt Vink. 'Peuters grijpen bijvoorbeeld met hun handje naar je borst. Of ze verkennen hun eigen lichaam of dat van anderen. De ene keer ontdekken ze een puistje, de andere keer het lichamelijke verschil tussen jongens en meisjes. Wij willen hen de ruimte bieden voor die ontwikkeling. Daarbij vinden wij het belangrijk om respectvol om te gaan met kinderen. Je ziet daarnaast dat seksualiteit pas beladen wordt voor kinderen door de negatieve reacties van volwassenen. Dat vinden wij jammer. Daarom doen we er zo ontspannen mogelijk over. Kinderen moeten wel leren dat ze niet in het openbaar aan hun piemel of spleetje kunnen zitten. Wanneer je daarbij uitlegt waaróm dat niet mag, maak je er geen taboe van.'
Ook Anneke Smit, manager bij kinderdagverblijf De Blauwe Hamster in Amsterdam (SKON) vindt dat seksualiteit 'erbij' hoort. 'Anneke: 'Als je open ingaat op vragen van kinderen, leren zij dat seksualiteit en lichamelijkheid niet 'vies' is. We willen de kinderen bovendien respect voor zichzelf en elkaar bij brengen. Een voorbeeld. De peuters gaan hier gezamenlijk naar de wc. Daarbij leren we hen dat je niet ongevraagd elkanders geslachtsdelen betast. Of dat seksualiteit niet altijd en overal kán. Als we aan tafel eten, zit je niet met je handen in je broekje. Net zoals je niet in je neus peutert.'
Open in gesprek met elkaar
Die seksuele ontwikkeling hoort er dus bij. Maar hoe ga je als team ermee om? Veel kinderdagverblijven ontwikkelen vaak gaandeweg een pedagogische visie. Om daar één gezamenlijke lijn in te trekken moet je eerst met z'n allen om de tafel. Dat deden ze bij SKON.
![]() |
Boek |
De openheid staat ook bij Humanitas hoog in het vaandel. Er wordt tussen leidsters onderling veel gepraat over hoe je omgaat met kinderen en seksualiteit. Ria Vink: Bij Kinderdagverblijf Ollie hebben we veel informeel overleg binnen het team. We hanteren de gezamenlijke visie dat we open over seksualiteit praten. Dat houdt in dat we alles benoemen wat we zien gebeuren. Er was bijvoorbeeld laatst een meisje dat de piemel van een jongetje zag. Ze zat er even aan en riep: tringeling! De begeleidende leidster benoemde toen even de lichamelijke verschillen tussen beiden. Maar die begeleiding gaat vérder. Toen datzelfde meisje steeds wéér bij dat jongetje aan zijn piemel zat, vertelde de leidster dat ze voortaan eerst even moest vragen of hij dat wel leuk vond. Zo breng je kinderen ook respect bij voor elkaar.'
Waarden en normen
Wat vind je 'normaal' seksueel getint gedrag van kinderen en wat niet? Wat sta je toe en wat niet? Ellen: 'Seksualiteit gaat toch voor een groot deel over normen en waarden. Die zijn bij iedereen anders. Met het team hebben wij via allerlei stellingen over seksualiteit en intimiteit nagedacht. We werden het eens over wat we acceptabel vinden bij kinderen en seksualiteit.' Ook bij Humanitas lukte dat. Ria: 'Natuurlijk zijn er onderling in het team soms wat kleine verschillen. Dat is normaal. De één grijpt nét iets sneller in dan een ander. Net zoals je dat hebt bij ander spel van kinderen of als er lawaai gemaakt wordt. De ene leidster vindt het niet erg als een kind haar borst betast, een ander wel. Iedere leidster mag daarin haar eigen grens trekken. We willen alleen wel dat iedereen ontspannen reageert op seksualiteit.'
De discussie met het team is bedoeld om afspraken te maken over de grenzen van seksualiteit. Dat gaat het best als je uitgaat van de overeenkomsten. Vink: 'Bij Humanitas vinden wij dat 'Doktertje' spelen mag. Dan gaan ze bijvoorbeeld met zalfjes en poeder op de billetjes aan de gang. We letten daarbij op of het léuk en vrijwillig spel is. Als een kind niet wil moeten de anderen dat respecteren. Daarnaast mag niet álles. Een paar jaar geleden waren er wat kinderen die Duplo tussen de blote billen van anderen probeerden te duwen. Toen hebben we uitgelegd dat het pijn kan doen en gevaarlijk is. Een ander voorbeeld: tot drie jaar geleden konden de kinderen bloot in het badje spelen. Nu niet meer. Onze tuin grenst aan de openbare weg en daar stonden wel eens gluurders als de kinderen bloot speelden. Toen hebben we afgesproken dat de kinderen een zwembroekje aan hebben als ze buiten spelen. De leidsters voelen zich daarbij ook prettiger.'
Ook bij SKON ontstonden er vanuit de discussie afspraken. Ellen: 'We hebben op ons kinderdagverblijf bijvoorbeeld woorden gekozen voor de geslachtsorganen. Dat wordt bij ons 'plassertje' en 'piemel' genoemd. Daarnaast vinden we woorden als 'kut' en 'lul' voor kinderen niet acceptabel. Ook over doktertje spelen hebben we afspraken. Dat mag van ons wél op de blote buik, maar niet ín het onderbroekje. Je speelt als leidster vaak in op het spel door te benoemen waarmee de kinderen bezig zijn. Je geeft daardoor al aan wat je goed en niet goed vindt vóórdat er een grens gepasseerd wordt. Bijvoorbeeld door te vertellen hoe je prettig met elkaar om kunt gaan, doordat je een ander geen pijn doet of dwingt. Ook hebben we een kledingcode ontwikkeld waarmee we willen uitstralen dat we verzorgd zijn. Bij ons is dat: geen badkleding, geen blote navel truitjes en geen bloesjes waardoor je een bh kunt zien. Maar ook geen tatoeages of piercings of trainingspakken.' Binnen de verschillende kinderdagverblijven van SKON kunnen de afspraken verschillen. Toch is de rode lijn dat je geen aanstoot geeft. Anneke Smit: 'We lopen zelf niet in badpak als de ouders hun kind komen halen. Leidsters kunnen hier geen hele korte rokjes dragen of een bloesje met inkijk aan trekken. Daarnaast hebben de kinderen badkleding aan in de zomer. Eerst deden we dat niet, maar we hebben toch wat vervelende dingen meegemaakt. Sommige mensen vinden het kennelijk spannend om dan stiekem te kijken. Daarnaast hadden de buren die op ons dakterras uitkeken bezwaar tegen dat bloot. Er is nu ook een afspraak dat we van de kinderen in zwemkleding geen foto's maken. Zo kan er geen misbruik van worden gemaakt.'
Respect en veiligheid
Per kindercentrum kunnen de diverse pedagogische uitgangspunten op het gebied van seksualiteit verschillen. Vaak komt de grote lijn neer op: het respecteren van de eigenheid van kinderen. Bij SKON uit zich dat als volgt. Ellen: 'Als we nieuwe ouders bijvoorbeeld een rondleiding geven door het gebouw, dan zullen wij de aparte verschoonruimte of de wc's niet laten zien als daar op dat moment een kind bloot op de tafel ligt of op een wc zit. Wij vinden dat je ook bij baby's blijk van respect toont als je die verschoonruimte pas later aandoet. Dat respect geldt trouwens ook voor volwassenen. Als kinderen handtastelijk zijn bij een leidster, kan zij hen er ook op wijzen dat ze dat niet wil. Iedere leidster geeft daarbij haar eigen grens aan. We willen alleen wel dat je daarvan je bewust bent. Dan kun je via een ik-boodschap zeggen dat je iets niet wilt.' 'Een leidster moet zelf haar grens bepalen,' vindt ook Anneke van SKON: 'Voorheen ging dat impliciet: op het moment dat je een kind wegduwt, merkt het natuurlijk wel dat jij dat niet wilt. Nu benoemen we dat in de trant van 'Ik wil niet dat jij aan mijn borsten zit'. We spraken daarnaast een gezamenlijke grens af dat kinderen wél over je t- shirt aan je mogen zitten als je dat zelf niet erg vindt, maar niet erónder. Om vervelende situaties te voorkomen staan leidsters ook nooit alleen op de groep. Je bent altijd samen, ook als je de kinderen verschoont.'
Reflectie
Een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen heeft baat bij een open en positieve sfeer in de kinderopvang. Seksualiteit is daarnaast een dynamisch onderwerp. Het vraagt voortdurend opnieuw om overleg. Ellen: 'Wij kijken ieder jaar binnen een teamvergadering opnieuw of we de afspraken moeten bijstellen. Zo houden we het beleid actief.' Ook Vink beaamt het belang van reflectie: 'De leidsters zijn op ons kinderdagverblijf veel met elkaar in gesprek over hoe zij de kinderen willen begeleiden. Soms gebeurt dat zomaar informeel op een rustig moment van de dag, bijvoorbeeld als de kinderen slapen. Een aanleiding kan zijn dat er toevallig net zo'n periode is dat de kinderen elkaar vaak gaan onderzoeken. Er zijn steeds weer nieuwe situaties denkbaar waarop je moet inspelen.'
Zwiep, C.S. Kinderen en seksualiteit. Pedagogische begeleiding in de kinderopvang. Verschijnt in november bij Uitgeverij SWP te Amsterdam.
Voor meer info over cursussen 'seksualiteit en intimiteit':
Pedagogisch projectbureau Kind&Zo: http://www.kind-enzo.nl
Nederlands Instituut voor gezondheidszorg: http://www.nigz.nl