Ouders en seksualiteit
In het onderzoek van Gaby vulden 111 ouders een vragenlijst in, met in gedachten hun kind tussen de 4 en 8 jaar dat de buitenschoolse opvang bezoekt. Wat waren de opvallendste uitkomsten?
De ouders zijn er zich van bewust dat kinderen in het algemeen een seksuele ontwikkeling doormaken. Seksueel getint gedrag bij 4- tot 8-jarigen hoort er dan ook helemaal bij, menen deze ouders. Ook bij hun eigen kind merken zij vrijwel allemaal regelmatig seksueel gedrag op. Vaak genoemd gedrag is bijvoorbeeld: interesse in het eigen geslachtsdeel, de hand in de broek hebben, kusjes geven aan andere kinderen of verliefdheden. De ouders vermoeden dat hun kind zich seksueel gedraagt door zijn eigen nieuwsgierigheid. Daarnaast denken zij dat anderen hem of haar op ideeën brengen. Zo denken de ouders dat kinderen elkaar soms bij seksueel spel betrekken, doordat zij samen op ‘ontdekkingstocht’ gaan. Ook pedagogisch medewerkers hebben invloed op de seksuele ontwikkeling, vinden de ouders. Zij vermoeden dat hun kind met name diverse opvattingen over seksualiteit meekrijgt op de buitenschoolse opvang. Ouders zijn bijvoorbeeld bang dat sommige begeleiders hun kind op een negatieve manier zullen straffen als zij doktertje spelen en daarmee seksualiteit beladen maken.
Seksuele opvoeding
De meeste ouders in het onderzoek hechten in hun gezin belang aan een open en warme sfeer, in de begeleiding van de seksuele ontwikkeling van hun kind. Zij creëren deze sfeer door bijvoorbeeld open te praten over seksualiteit en hun kinderen regelmatig te complimenteren en te knuffelen.
Deze warme, open sfeer vinden de ouders ook in de opvang belangrijk. Toch vindt het grootste deel van de ouders seksuele opvoeding de taak van de ouder en niet zozeer die van de pedagogisch medewerker. Vooral de moeders zijn behoudend over de rol van de pedagogisch medewerker in de seksuele opvoeding. Een aantal moeders heeft bijvoorbeeld liever niet dat hun kind geknuffeld wordt.
Hoewel de meeste ouders seksuele opvoeding iets voor thuis vinden, beseft een groot deel van de ouders dat de pedagogisch medewerker regelmatig te maken heeft met seksueel gedrag van kinderen. Zij menen dat de begeleider in dat geval dergelijk gedrag zeker moet bijsturen. Kinderen moeten leren dat er grenzen zijn, vinden de ouders. In de vragenlijst van het onderzoek stonden twee concrete voorbeelden van gedrag. Hier benadrukten de ouders ook het belang van begeleiding. De voorbeelden gaan over situaties waarin kinderen seksualiteit verkennen.
In het eerste voorbeeld vraagt een kind wat het woord ‘kutje’ betekent. Bijna alle ouders willen dat de begeleider hierover uitleg geeft. Een kleine groep ziet liever dat de begeleider de vraag negeert. Slechts enkele ouders verwachten dat de begeleider de vraag min of meer afkapt en vervolgens aan de ouders doorspeelt.
Lees verder in KIDDO 2 van 2012 vanaf pagina 16.