De tekst van het originele Kinderrechtenverdrag is een lange lijst met heel wat opsommingen. Het verdrag stelt eigenlijk dat alle kinderen onder de 18 gerespecteerd, gewaardeerd en verzorgd moeten worden. De kern van het verdrag draait om:
• Geen discriminatie. Alle rechten gelden voor alle kinderen.
• Het belang van het kind. Bij alle beslissingen van de overheid, instanties en volwassenen, moet rekening gehouden worden met het belang van het kind.
• Het recht op leven en ontwikkeling. De overheid moet zich inspannen om het ‘overleven’ van kinderen zo veel mogelijk te garanderen en de ontwikkeling van kinderen te stimuleren.
• Respect voor de mening van het kind. Kinderen mogen gezien én gehoord worden. Ze mogen meepraten en mee beslissen over zaken die hen aangaan.
Vroeger en nu
In Nederland en Vlaanderen lijken deze zaken tegenwoordig misschien vanzelfsprekend, maar toch zijn ze dat niet altijd geweest. Je hoeft niet zo ver in de tijd terug te keren om te zien dat kinderen vroegen geen spreekrecht hadden en nauwelijks ‘eisen’ konden stellen. Een kinderleven was in de maatschappij bitter weinig waard. Dat is intussen gelukkig veranderd. Zeker wie in de kinderopvang werkt, weet dat kinderen recht hebben op zorg, aandacht en een warme, stimulerende omgeving. Naast het recht op zorg en ondersteuning heeft elk kind ook recht op een mening. Die mening moet gehoord worden. Volwassenen – of ze nu ouder, leerkracht of begeleider zijn –moeten samen met kinderen luisteren en kijken. Of om het eenvoudig te zeggen: ze kunnen ook van kinderen leren wat voor groot en klein belangrijk is. Kinderen mogen dingen in hun eigen tempo doen en moeten ook een zekere mate van keuzevrijheid krijgen. Dit hoeft niet te betekenen dat ze alleen maar doen waar ze zin in hebben: samen met een volwassene mogen kinderen afwegen wat kan en wat niet kan.
Kinderrechten toepassen is dus een soort evenwichtsoefening. Het is dagelijks balanceren tussen keuzes: misschien niet altijd gemakkelijk, maar wel boeiend.
Natuurlijke kinderrechten
Gianfranco Zavalloni is een Italiaanse onderwijzer die bijzonder geëngageerd is in kinderrechten. Volgens hem kunnen kinderrechten nog veel meer bieden dan wat er in het VN-verdrag vermeld staat. Daarom schreef Zavalloni vijftien jaar geleden een eigen ‘Verdrag van de Natuurlijke Rechten van het kind’. Die rechten zijn niet letterlijk in het officiële VN- verdrag opgenomen. Maar volgens Zavalloni hebben kinderen zeker ook recht op:
1. vrije tijd
… om tijd door te brengen die niet door volwassenen werd gepland.
2. vuil worden
… door met zand, aarde, gras, bladeren, water, keien en kleine takjes te spelen.
3. geuren
… om plezier te hebben in het ruiken en om de geur van de natuur te herkennen.
… om te luisteren en de kans te krijgen om te spreken.
5. handenwerk
… om een spijker te slaan, om hout te zagen en te vijlen, om schuurpapier te gebruiken, om te lijmen, om klei te boetseren, om touwen te spannen, om een vuur aan te steken.
6. een schone start
… dat is gezonde voeding vanaf de geboorte, zuiver water om te drinken en schone lucht om in te ademen.
7. de straat
… om onbezorgd te kunnen spelen in openlucht.
8. wildernis
… om een hut te bouwen in het bos, om verstoppertje te spelen in het kreupelhout, om in bomen te klimmen.
9. stilte
… om de wind te horen waaien, de vogels te horen zingen, het water te horen klateren.
10. nuances
… om de zon te zien opkomen en ondergaan, om ’s avonds de maan en de sterren te bewonderen, om te ontdekken dat er overal verschillen bestaan.