Vlaanderen heeft al enige tijd een nieuw decreet Kinderopvang. In een eerder interview (KIDDO 4 2012) schetste minister Vandeurzen reeds de bedoeling: stap voor stap voldoende, kwaliteitsvolle kinderopvang realiseren die voor iedereen toegankelijk is. Nu is er ook concrete regelgeving, de zogenaamde uitvoeringsbesluiten treden in werking op 1 april 2014. Wat precies verandert, lees je in de loop van 2014 een heel jaar lang op de Vlaamse middenpagina’s van KIDDO. Dan gaan we dieper in op kwalificatievereisten, voorrangsregels, subsidietrappen, vergunningsvoorwaarden, het lokaal loket, enzovoort. Maar eerst schetsen we de grote lijnen die ook voor Nederlandse lezers interessant zijn.
Aanloop
Het opvanglandschap in Vlaanderen zit tot nu complex in elkaar. Er zijn zelfstandige onthaalouders en onthaalouders aangesloten bij een dienst, er zijn gesubsidieerde en zelfstandige kinderdagverblijven. Al die opvangvormen hebben een eigen statuut, een eigen financieringssysteem en eigen kwaliteitsvoorwaarden. Die verschillen zijn historisch gegroeid, maar ze zijn verwarrend en niet langer te verantwoorden. Tenslotte heeft ieder kind recht op dezelfde opvangkwaliteit. Want kinderopvang is goed voor kinderen en hun ouders: in kinderopvang kunnen kinderen zich spelenderwijze ontwikkelen (de pedagogische functie), het stelt ouders in staat om hun gezinsleven te combineren met andere taken (werk, opleiding, enzovoort – de economische functie) en het helpt de maatschappelijke kloof dichten (de sociale functie van kinderopvang).
Om dit te realiseren heeft het nieuwe decreet Kinderopvang in Vlaanderen drie grote doelstellingen: kinderopvang wordt makkelijker, professioneler en duidelijker.
Lees verder in KIDDO 8 2013 vanaf pagina 16.
Neem een abonnement.