Waarom mannen zo welkom zijn…


Begin dit jaar plaatste KIDDO een artikel over de gevolgen van een zaak van seksueel misbruik in de Nederlandse kinderopvang (nummer 2, 2011). De conclusie: hoe jammer het zou zijn als hierdoor nog minder mannelijke begeleiders in de kinderopvang willen werken. Waarom hebben kinderen mannelijke begeleiders nodig? En hoe zorgen we er samen voor dat de kinderopvang ook voor mannen aantrekkelijk is?

 
Jan Peeters, coördinator van het VBJK (Expertisecentrum voor Opvoeding en Kinderopvang), probeert voorzichtig een antwoord te geven op deze vragen. Wat maakt dat we zo anders kijken naar mannen in de kinderopvang? ‘Als zaken van kindermisbruik aan het licht komen, in de kinderopvang of daarbuiten, raakt dit de hele gemeenschap. Ouders durven er niet aan te denken dat dit hun kind kan overkomen, collega’s willen dit absoluut voorkomen en dus kijken we met z’n allen met nog meer achterdocht naar mogelijke daders. En ja, dan kijken we vooral naar mannen. Ik houd daarover een dubbel pleidooi. Enerzijds moeten begeleiders alert zijn voor signalen. Als je van een collega vermoedt dat iets niet juist zit, moet je jouw twijfels kunnen en durven uiten. Aan die open cultuur moet iedereen in de kinderopvang meewerken: man of vrouw, begeleider of coördinator. Anderzijds moeten we ervoor waken dat we niet vervallen in vooroordelen en in een cultuur van wantrouwen tegenover mannelijke begeleiders.’

Extra voorzichtig zijn
Vaak blijkt inderdaad dat mannelijke begeleiders zich op de werkvloer extra bekeken voelen. Peeters illustreert met een echt gebeurd verhaal waaruit duidelijk wordt dat het gedrag van vrouwen minder snel verdacht is dan hetzelfde gedrag van mannen. ‘Ik ken het verhaal van een stagiair die zijn moeder als onthaalouder na het verschonen van jongetjes altijd even over het piemeltje zag blazen. Gewoon, omdat ze zag de baby’s dat meestal prettig vonden. Als hij tijdens zijn stage hetzelfde doet, wordt hij hiervoor berispt door zijn mentor. Omdat hij dat bij zijn moeder nooit anders heeft gezien, tilt de student er niet zo zwaar aan. Maar een volgende keer wordt zijn gedrag doorgegeven aan de directie van zijn school. Die denkt eraan zijn diploma te weigeren omwille van dit “gevaarlijke” gedrag. Uiteindelijk studeert de jongen na een grondige screening af, maar de les is duidelijk: wat zijn moeder jarenlang zonder problemen deed, kostte hem bijna zijn diploma.’
Al vanaf hun opleiding, maar zeker ook in contact met ouders en collega’s op de werkvloer zelf, leren mannen in de kinderopvang bewust of onbewust meer afstand in te bouwen. ‘En dat is jammer,’ vindt Jan Peeters. ‘Als mannelijke begeleiders té voorzichtig worden met lieve woorden en knuffels, kan dat het kind schaden. Een koele en afstandelijke omgang met kinderen werkt niet. Integendeel. Je moet gevoelsmatig betrokken zijn bij het kind en bij de ouders. Een “warme professional” zoals ik dat noem, stuurt zijn aanpak – bijvoorbeeld troosten – in functie van de gevoelens van het kind. Zolang hij/zij dat niet in functie doet van de eigen gevoelens, zie ik geen enkel probleem. Dan kan de mannelijke aanpak zelfs een meerwaarde zijn.’

Een positief rolmodel
In de eerste plaats voor jongens, maar ook voor meisjes, is in studies al vaker aangetoond dat mannelijke rolmodellen positieve effecten hebben. Dat geldt voor het onderwijs waar naast de juffen opnieuw meer meesters moeten komen. En dat geldt volgens Jan Peeters zeker ook voor de kinderopvang. ‘Mannen laten kinderen graag spelenderwijs dingen ontdekken. Wat voor veel vrouwen “iets stuk maken” is, betekent voor hen eerder “iets uit elkaar halen”. Het principe van , dingen uitproberen en ervaringen opdoen, ligt hen meestal beter. Meestal zijn ze ook actiever. De omgang van mannen met kinderen wordt vaak als “meer stoeiend” omschreven, in de communicatie zouden ze directer zijn. Voor kinderen is dat alleen maar verrijkend. Hoe meer verschillende stijlen ze in de opvang kunnen ondervinden, hoe groter de kans dat er een stijl is die bij hen past. Voor vrouwelijke collega’s is het natuurlijk soms wat aanpassen, zo’n andere stijl.’
 
 
Lees verder in KIDDO 8 2011 vanaf pagina 13.
 
Neem een abonnement.




Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]